100 21 AUGUSTUS 2019 — WWW.KNACK.BE
bankiers uit heel het continent. Van 1420
tot 1480 was Brugge een toonaange-
vende stad in Europa.’
Vlaamse mythe
Het mag merkwaardig heten dat de
hoogconjunctuur in ons collectieve
geheugen vooral aan het kortstondige
regnum van Maria van Bourgondië
wordt toegeschreven. Haar grootvader
zat meer dan veertig jaar op de troon en
zelfs het bestuur van haar krijgslustige
vader duurde twee keer langer dan haar
bewind. ‘Ze is een Vlaamse mythe gewor-
den’, zegt Dumolyn. ‘Haar plotselinge
dood in 1482 – ze was nauwelijks 25 jaar
oud – moet op haar tijdgenoten een
diepe indruk hebben gemaakt. Maar veel
belangrijker waren de politieke gevol-
gen. Officieel nam haar vierjarige zoon
Filips de Schone de troon over, maar de
facto kwamen de Bourgondische Neder-
landen onder de voogdij van Maximili-
aan van Oostenrijk. Die had grote moeite
met de vrijheden die steden en ambach-
ten vijf jaar eerder van zijn overleden
vrouw hadden afgedwongen. Zijn poli-
tiek om die terug te schroeven mondde
al snel uit in chaos en geweld. Je kunt
gerust spreken van een sluimerende bur-
geroorlog met veldslagen, belegeringen
en executies van voor- of tegenstanders.’
Maximiliaan is door het oog van de
naald gekropen. In 1488 werd hij in
Brugge maandenlang opgesloten door
rebellerende poorters. Het absolute diep-
tepunt was de onthoofding en vierende-
ling, op de Grote Markt, van zijn loyale
schout Pieter Lanchals, een schouwspel
dat hij vanuit het raam van zijn ver-
plichte residentie lijdzaam moest aan-
zien. Die ervaring deelde hij overigens
met zijn betreurde echtgenote. Ook
Maria van Bourgondië had tijdens haar
eigen krachtmeting met de Staten-Gene-
raal niet kunnen beletten dat enkele van
haar raadgevers in Gent voor haar ogen
werden terechtgesteld. Met veel moeite
wist Maximilaan zijn gezag te herstellen.
De Vrede van Cadzand maakte in 1492
een einde aan de opstand en tegelijk aan
de meeste vrijheden van de Vlaamse ste-
den en ambachten. Dumolyn: ‘Ook
daarom werd Maria na haar dood op een
voetstuk geplaatst. Het contrast met het
hardhandige bestuur van Maximiliaan
was groot. Ook tegenover haar vader
stak ze positief af, de houwdegen Karel
de Stoute was absoluut niet populair.’
Maria van Bourgondië was de jure
Dat laatste aspect staat deze zomer cen-
traal tijdens Laus Polyphoniae, het pres-
tigieuze festival voor polyfone muziek
van het Antwerpse muziekcentrum
AMUZ dat nog tot zondag 25 augustus
loopt. De concerten en lezingen vinden
plaats in Antwerpen, maar Brugge steelt
dit jaar de hoofdrol. Was die stad werke-
lijk de favoriete stek van Maria van
Bourgondië, zoals de promotekst van
Laus Polyphoniae beweert? ‘Dat is niet
uit de lucht gegrepen’, zegt Jan
Dumolyn, professor middeleeuwse
geschiedenis aan de Universiteit Gent.
‘Maria pendelde voortdurend tussen
Gent en Brugge, de twee steden waar ze
het grootste deel van haar korte leven
heeft doorgebracht.’
‘Brugge had al in de 12e en 13e eeuw
grote welvaart verworven’, vertelt
Dumolyn. ‘Toch groeide de stad pas
onder Bourgondisch bestuur uit tot een
cultureel centrum van de eerste orde. De
hoogbloei begon rond 1420, met het aan-
treden van Filips de Goede, die overi-
gens Jan van Eyck als hofschilder naar
Brugge meebracht – een bijna symboli-
sche transfer. Ook Hans Memling kwam
zich later in Brugge vestigen, een van de
plekken waar intussen de Vlaamse poly-
fonie werd uitgevonden.’
‘De culturele weelde kan niet los wor-
den gezien van de economische ontwik-
keling. Brugge stond niet langer bekend
voor zijn lakenindustrie, de stad was
geëvolueerd tot een productiecentrum
voor hoogwaardige luxegoederen zoals
laarzen, hoeden, brokaat en verfijnde
meubels. In feite was Brugge het Milaan
van zijn tijd, het modecentrum van
Europa. Het wemelde er van hoogge-
schoolde ambachtslieden, handelaars en
sche Nederlanden. Oorlog voeren was
toen al slecht voor handel en nijverheid
en kostte bovendien handenvol belas-
tinggeld, dat naar feodale usance werd
verhaald op boeren en stedelingen.
Met een lege staatskas, morrende ste-
den en een machtsvacuüm aan de top
begon de onervaren Maria van Bourgon-
dië aan haar regeerperiode. De grootste
dreiging kwam uit het zuiden, nota bene
van haar Franse peetvader Lodewijk XI,
die zijn zinnen had gezet op het grond-
gebied en de rijkdommen van de Bour-
gondische Nederlanden. Het historische
kerngebied van de Bourgondiërs, ver-
deeld over een hertogdom en een
vrijgraafschap in de Rhônevallei, had hij
al meteen na de dood van Karel de Stoute
laten bezetten. Voor de volgende stap
rekende de Franse monarch op een
beproefde dynastieke truc: een huwelijk
van zijn zoon en troonopvolger met
Maria van Bourgondië, de meest
begeerde erfgename van Europa, aan
wier hand een van de rijkste regio’s van
het noordelijke halfrond bengelde.
Symbolische transfer
Maximiliaan van Oostenrijk binnenha-
len: het bleek een meesterzet om de
Franse expansiedrang te dwarsbomen.
Romantische huwelijken bestonden niet
in die dagen, zeker niet in aristocratische
kringen waar grote dynastieke belangen
op het spel stonden. De keuze voor een
Habsburgse gemaal werd Maria opge-
drongen, zowel door raadgevers van
haar overleden vader als door tenoren
van de Staten-Generaal, het onder Filips
de Goede opgerichte college met verte-
genwoordigers van steden en provin-
ciën. De jonge vorstin kreeg de steun
van die machtige club niet cadeau. De
onvrede over het centralisatiebeleid en
de hoge belastingdruk van de Bourgon-
diërs zat diep. De Staten-Generaal maakte
gretig gebruik van Maria’s zwakke
onderhandelingspositie om verregaande
toegevingen af te dwingen. Oude privi-
leges werden in ere hersteld en met
nieuwe rechten en vrijheden aangevuld.
De oefening mondde uit in de goedkeu-
ring in 1477 van het Groot Privilege, een
soort staatshervorming avant la lettre.
Ondanks de moeilijke start zou Maria
van Bourgondië de geschiedenis ingaan
als een geliefde vorstin wier bestuur
voor de Lage Landen een periode van
politieke stabiliteit, economische voor-
spoed en culturele hoogbloei inluidde.
‘IN STAATSZAKEN
hadden vrouwen weinig
in te brengen. Zorgen
voor een nageslacht:
dat was de voornaamste
rol van Maria van
Bourgondië.’
Jelle Haemers, KU Leuven