SPORT
vermoeider dan ik ooit
als voetballer ben
geweest.
Verdienen voetbal-
lers te veel?
JONCKHEERE:
Natuurlijk. Maar dat
is de wet van vraag en
aanbod. Wij leiden een luxe-
leven. Drie, vier uur per dag
op het veld staan, is al uitzon-
derlijk. Oké, we moeten er het
een en ander voor laten, maar
een sociaal assistent gaat ook
niet elke nacht uit feesten.
Rationeel bekeken verdienen
voetballers overdreven veel,
maar wie zou zo’n loon weige-
ren, alleen omdat het niet cor-
rect is tegenover mensen die
minder hebben?
Als oud-trainers zoals Fred
Vanderbiest en Yves Van-
derhaeghe het over u heb-
ben, krijg je omschrijvingen
als ‘karakterspeler’, ‘veel
inzet’, en ‘altijd als eerste
op het oefencomplex’.
JONCKHEERE: In principe zijn
dat complimenten en toch hoor
ik ze niet graag. Als men altijd
benadrukt dat ik vooroploop
in de strijd, dan zit daar toch
een bijklank aan: ‘Maar eigen-
lijk kan hij niet sjotten.’ (lacht)
Ik ben geen type dat drie man
21 AUGUSTUS 2019 95
dribbelt en de bal
droog in de krui-
sing plaatst, dat is
waar, maar mijn
techniek is zeker
oké. Ik moet mezelf
niet kleiner maken
dan ik ben, al lopen
er, ook bij Oostende, zeker
voetballers rond met meer
talent. Qua inzet en loopvermo-
gen moet ik een stapje meer
zetten of ik sta niet in de ploeg.
Is dat zo bijzonder? Ik word
goed betaald om een leuke job
uit te oefenen. Dan vind ik het
maar normaal
dat ik mijn best
doe.
Veel voetbal-
lers kunnen dat
niet opbren-
gen.
JONCKHEERE:
Maar dat moet je
begrijpen. Stel je
eens voor dat je
een tiener bent,
en de clubs staan
voor jou in de
rij. De makelaars
prijzen je de
hemel in, je bent
de held van de
familie en ver-
dient op je twin-
tigste bakken geld. Op die
manier opgroeien is geen
cadeau: ben je dan wel hard
genoeg als het eens tegen zit?
Veel van die gasten niet, en
dat kun je hen nauwelijks
verwijten.
Zelfs wanneer je er alles
voor doet, moet je geluk heb-
ben dat de trainer iets in je
ziet. Yves Vanderhaeghe is
heel belangrijk geweest voor
mijn carrière. Als hij niet 100
procent in mij had geloofd en
mij de kans had gegeven om
uit te blinken, dan zou ik nu
niet in eerste klasse spelen.
In de analyses voor het
seizoen zetten de kenners
Oostende bij de kandi-
daat-zakkers. Na jullie
goede start piepen ze
anders.
JONCKHEERE: De overwin-
ning op Anderlecht heeft ons
gelanceerd, maar ik vind het
logisch dat de analisten wei-
nig van ons verwachtten.
Vorig seizoen was zwak, we
hadden geluk dat het bij
Lokeren nóg slechter draaide.
Onze nieuwe transfers leken
geen zekerheden, wegens
lang geblesseerd of afkomstig
uit kleinere competities. Mijn
gevoel zegt dat we dit seizoen
een betere ploeg hebben, al
kunnen we maar beter
bescheiden blijven. Over een
maand kan de situatie er al
anders uitzien.
Jullie nieuwe
trainer, Kare
Ingebritsen, is
geen bekende
naam, maar hij
werd in Noor-
wegen wel drie
keer kampioen.
JONCKHEERE:
(knikt) Met
Champions Lea-
gue-ervaring
erbovenop.
Ingebritsen
praat niet veel,
maar hij weet de
groep wel een
soort vaderlijk
gevoel te geven.
Vooral voor de buitenlandse
jongens is het belangrijk dat
iemand vraagt hoe het met de
familie gaat, bij wijze van
spreken. Jongens die weinig
vertrouwen uitstraalden, deed
hij opleven. Je moet het maar
kunnen als coach.
Ingebritsen maakt het een-
voudig. Zijn spelsysteem valt
makkelijker in de praktijk te
brengen dan dat van Gert
Verheyen, onze vorige trai-
ner.
Toen Verheyen naar Oos-
tende kwam, dacht ik: dat is
voor KVO de perfecte man.
JONCKHEERE: Gert is een hele
goeie trainer, daarover is geen
discussie mogelijk, maar hij
had niet de juiste spelers voor
zijn manier van voetballen.
De resultaten volgden niet, en
de club kwam in een nega-
tieve spiraal terecht. Hij was
daar ontgoocheld over. Die
houding heeft de groep wat
aangestoken, vrees ik.
Augustus is een nerveuze
maand in de voetballerij.
Tot 23.59 uur op 2 septem-
ber kunnen spelers komen
en vertrekken.
JONCKHEERE: Bij Oostende
zal er normaal niet veel meer
gebeuren, maar als er grote
bedragen op tafel komen,
worden de plannen omge-
gooid. En in januari opnieuw.
Dat is het spelletje van de
makelaars. Daar valt niet aan
te ontsnappen.
Tot slot: blijft u bij
Oostende tot het eind van
uw carrière?
JONCKHEERE: Daar kan ik nu
niet op antwoorden. Het lijkt
een aantrekkelijk vooruit-
zicht, maar we moeten elk jaar
weer kijken wat de club wil
en biedt. Dat is een koel en
zakelijk antwoord, ik weet
het. Ik hou van Oostende,
maar we zullen zien of de
liefde wederzijds blijft. l
Dit is de eerste aflevering over
clubtrouw in het Belgische voet-
bal. In de loop van het seizoen zal
Knack spelers belichten met een
groot hart voor hun clubkleuren.
MICHIEL
JONCKHEERE
➜ 1990 geboren
in Oostende
➜ 1996‑2011
jeugdvoetbal bij
KRC De Panne en
Club Brugge
➜ 2010 prof
bij Zulte Waregem,
speelt geen enkele
match
➜ 2011 transfer naar
KV Oostende, in
tweede klasse
➜ 2013 promoveert
met Oostende naar
eerste klasse
➜ 2017 finalist in de
Beker van België
MICHIEL
JONCKHEERE
‘Ik ben geen
superster. Een
andere club zal me
niet meteen tien
keer meer betalen.’