te berokkenen’, een noemer
waaronder behalve sabotage
ook industriële spionage past.
Je zou het een lichtpunt in
deze zaak kunnen noemen: de
sabotage in Doel 4 heeft van
het FANC een voortrekker
gemaakt in de internationale
strijd tegen dit gevaar. In
maart was Brussel het toneel
voor het symposium Insider
Threat Mitigation, een geza
menlijke organisatie van het
FANC en zijn Amerikaanse
tegenhanger, de National
Nuclear Security Administra
tion (NNSA). Tweehonderd
experts uit vijftig landen sta
ken gedurende drie dagen de
koppen bij elkaar in werk
groepen en panels. Vlotter
best practices uitwisselen: dat
was de voornaamste bedoe
ling, zoals voorzien in een
rondzendbrief van het Inter
nationaal Atoomenergie
Agentschap (IAEA). Al acht
entwintig landen en Interpol
hebben zich geëngageerd om
insider threat aan te pakken.
Het Belgische gastheer
schap was een ietwat twijfel
achtige eer, want de
aanleiding was bij alle deel
nemers bekend. De sabotage
in Doel 4 blijft een veelbe
sproken case in de wereld van
nucleaire operatoren en regu
latoren, een relatief kleine
maar hechte club. Geen won
der, want het gaat om een
incident zonder precedent.
Matthew Bunn, een Har
vardprofessor gespecialiseerd
in topics zoals nucleaire dief
stal en terrorisme, kende ons
land in zijn keynote speech
een hoofdrol toe. Opvallend:
hij verwees niet alleen naar de
gesaboteerde stoomturbine.
Bunn tilde even zwaar aan de
zaak rond Ilyass Boughalab,
een gesneuvelde Syriëstrijder
uit Lokeren die drie jaar lang
voor onderaannemer Vinçotte
in Doel lasnaden mocht
inspecteren, ook in de nucle
aire delen van de centrales.
Dat deed hij overigens naar
algemene tevredenheid, Boug
halab nam in 2012 zelf ont
slag. Pas daarna radicaliseerde
hij. In 2014 vertrok hij naar
Syrië, waar hij al in maart zou
omgekomen zijn – wat overi
gens niet kon beletten dat hij
op het Sharia4Belgiumproces
in 2015 bij verstek tot vijf jaar
werd veroordeeld. Dat de
timing iedere link met de
sabotage in Doel 4 uitsluit,
hield Bunn niet tegen om
beide zaken op één en
dezelfde slide te presenteren.
Het FANC onderstreept dat
de screening van nucleair per
soneel de allerhoogste priori
teit geniet. Sollicitanten
worden sowieso door de poli
tie, de Staatsveiligheid, defen
sie en de Nationale
Veiligheidsoverheid (NVO)
tegen het licht gehouden.
Dezelfde procedure geldt voor
iedereen die toegang krijgt tot
een centrale. ‘En we gaan nog
een stap verder’, zegt woord
voerster Venneman. ‘Momen
teel werken we aan nieuwe
richtlijnen voor aftercare. We
willen meer structuur in de
screening en een betere
interne opvolging na de
indienstneming.’
Complottheorieën
Tom Sauer, professor interna
tionale politiek en expert in
nucleaire veiligheid en ontwa
pening aan de Universiteit
Antwerpen, speelde op het
symposium de rol van panel
leider. Hij is niet verrast door
de visie van collega’s zoals
Bunn. ‘Voor veel buitenlan
ders is de sabotage van Doel 4
een terroristische daad’, zegt
hij. ‘Zeker in Amerika twijfelt
niemand daaraan. Ik was op
de Nuclear Security Summit
van 2016 in Washington, toe
vallig enkele dagen na de aan
slagen van Brussel. Iedereen
legde meteen de link met
Doel4. Ook in de wandelgan
gen van het symposium werd
er volop over gespeculeerd.’
Iedereen stelt zich dezelfde
vragen. Wie was de saboteur?
En wat was zijn motief? Die
vragen kunnen ook in meer
voudsvorm worden gesteld,
want het valt niet uit te slui
ten dat er meerdere daders
waren.
De populaire terrorisme
theorie spoort op het eerste
gezicht met omstandigheden
die in feite pas na de sabotage
ontstonden. Vanaf begin 2015,
met de aanslag op de redactie
van het Franse satirische
weekblad Charlie Hebdo,
raakte ook ons land in de
greep van radicalisering en
terreurdreiging. Bij het oprol
len van de terreurcel ach
ter de aanslagen in Parijs en
Brussel bleek dat kopstukken
zoals Abdelhamid Abaaoud
een ongezonde belangstelling
voor nucleaire doelwitten in
België en omliggende landen
koesterden.
Zelf hecht Sauer meer
belang aan een tweede denk
spoor, dat vooral in de Bel
gische nucleaire community
de ronde doet: sabotage
door een of meerdere gefrus
treerde werknemers van de
kerncentrale. Motieven voor
sabotage op het werk zijn in
de criminologie goed bestu
deerd, ze strekken van
wraaklust over hebzucht tot
mentale problemen en, jawel,
radicalisering. Voor de laatste
drie fenomenen zijn er geen
aanwijzingen. Blijft over:
het wraakmotief.
Heeft iemand de smeer
oliekraan opengedraaid uit
frustratie over een gemiste
promotie, een naderend
ontslag of een onuitstaan
bare chef? Speculaties
hebben de neiging om tot
complottheorieën samen te
klonteren. De sabotage zou
niet los gezien kunnen wor
den van de context waarin
de Belgische kernindustrie
in de zomer van 2014 ope
‘Wie zegt dat we nog
geen verdachten in
beeld hebben? Maar
verdenkingen
koesteren is één ding,
bewijzen vinden
iets helemaal anders.’
Eric Van Der Sypt, federaal parket
‘Voor veel buitenlanders
is de sabotage van
Doel 4 een terroristische
daad. Zeker in
Amerika twijfelt
niemand daaraan.’
Tom Sauer, Universiteit Antwerpen