Knack - 31.07.2019

(Ben Green) #1

ijk, dat tafeltje.
Schoon, hè.
800 euro. Voor u
750, natuurlijk.’
We lopen met
antiquair Paul De
Grande door een
zaal van hotel La
Réserve in Knokke-Heist. Die wordt volge-
stouwd met honderden stuks van zijn
antiek – van Normandische bruidskasten
over Venetiaanse zuilen en Russische kan-
delaars tot bronzen beelden van burlende
herten – voor de verkooptentoonstelling
Paul De Grande @ La Réserve. Een uur eer-
der stonden we, zoals afgesproken, nog aan
zijn kasteeltje in Snellegem. Maar daar was,
op een kwaad kwetterende specht en wat
spelende kraaien na, geen levende ziel te
bespeuren. ‘Mijn excuses, ik was jullie een
beetje vergeten’, zegt hij aan de telefoon.
‘Kom naar La Réserve, we zijn bezig met de
tentoonstelling.’
De Grandes hoofd loopt wat over. Hij
heeft net de opnamen achter de rug van het
vijfde seizoen van Stukken van mensen, het
programma op Vier waarin mensen bijzon-
dere koopwaar aanbieden aan kunst-,
antiek- en vintagehandelaars, hij moet Paul
De Grande @ La Réserve in elkaar boksen en
tegelijk zijn gigantische Zeebrugse ver-
koopzaal Doks bestieren, én hij krijgt
tijdens het gesprek de hele tijd telefoons uit
binnen- en buitenland. Zijn agendabeheer
draait wat in de soep, zijn koopmansgeest
blijft helder. Er is de meteen aangeboden
korting voor het (inderdaad erg fraaie)
tafeltje en hij probeert de fotograaf zover te
krijgen hem te portretteren voor een
metershoge banner – met foto van zichzelf



  • waarop de tentoonstelling staat aan-
    gekondigd. Wanneer in de verte het gekrijs
    van zeemeeuwen klinkt, is het onmogelijk
    om in De Grande géén West-
    Vlaamse versie te zien van Epide-
    maïs, de Fenicische koopman in
    Asterix die in elke havenstad een
    vaantje met ‘Koopjes!’ hijst.
    Hoe bent u antiquair geworden?
    PAUL DE GRANDE: Dat is toch oud
    nieuws? U bent te veel met het
    verleden bezig. Uw fotograaf ook.
    Die wil mij voor mijn kasteel
    fotograferen. Dat is allemaal het
    verleden. Het gaat hier om de toe-
    komst!


Nooit gedacht dat een antiquair zou
zeggen dat we te veel met het verleden
bezig zijn. U verdient er uw brood mee.
DE GRANDE: Dat is ook waar. Allez, vooruit.
De liefde voor antiek is ontstaan in het res-
taurant waar ik als tiener tijdens de week-
ends werkte. De stukken antiek die daar
stonden, wekten mijn interesse. Op mijn
zestiende kocht en verkocht ik mijn eerste
koffiepot. Net voor mijn twintigste is het
snel beginnen te gaan, toen ik mijn eerste
van vele reizen naar Engeland maakte. In
die tijd kon je daar iets kopen voor omgere-
kend 10euro en dat weer verkopen voor
15 euro. Relatief gesproken is dat een grote
winst. Uiteindelijk maakte ik elke week de
oversteek, als jonge gast kun je gas geven,
hè. Eerst met een auto, later met een camio-
nette en uiteindelijk met een camion.
Namen andere handelaren u op die
jonge leeftijd meteen serieus?
DE GRANDE: Waarom niet? Er is toch niets
zo interessant en plezant als een gepassio-
neerde jonge gast die met iets speciaals bin-
nenkomt? Dat wuif je toch niet weg? Als hij
brol bij zich heeft, zal ik dat eerlijk zeggen.
En hem uitdagen om iets beters te vinden.
Om te beginnen als antiquair hoef je niet
veel te kunnen of te hebben. Ik bezocht
veel winkeltjes in Engeland en dan meteen
enkele beurzen na elkaar in België. Dan zag
ik tegen welke prijzen je die Engelse
stukken hier kon verkopen. Zo heb ik mijn
eerste dure stuk durven te kopen, een Hol-
lands meubel. Ik had iets vergelijkbaars
gezien op een beurs en dus waagde ik de
sprong. Ik heb er 100.000 Belgische frank
voor gekregen, zo’n 2500euro. Toen wist
ik: that’s it.
Hoe wist u dat er in Engeland goede
zaken te doen waren?
DE GRANDE: Dat is het voordeel van met
handelaars te werken: je hoort zo veel in die
winkels. Zo hoorde ik eens over
ijzermarchands in Eeklo die van
alles opkochten. Dan nam ik de bus
daarheen en ging ik in hun rommel
snuisteren. Zo zette ook een Brugse
handelaar mij in de jaren 1970 op
het spoor naar Engeland. En daar
hoorde ik dan weer veel later in
een familieruzie tussen een anti-
quairskoppel vallen dat een van
hun leveranciers uit New York
kwam. New York! Ik kon mijn
oren niet geloven. Ik dacht dat

CULTUUR


31 JULI 2019 75

PAUL
DE GRANDE:
‘Om te
beginnen
als antiquair
hoef je niet
veel te
kennen of
te kunnen.’

Free download pdf