Ik open de voordeur en met een glimlach van herkenning over-
handigt de bezorger me het pakket. “Hè, eindelijk eens iets voor
mij!” juich ik met enige ironie als ik weer in de hal ben. Maar die
toonzetting komt niet over. “Niet wéér een boek!”, hoor ik mijn
vrouw vanuit de achterkamer roepen.
Als een kind zo blij loop ik met het nieuwe kleinood de trap op en
ga er in mijn werkkamer eens goed voor zitten. Voorzichtig maak
ik het open: het Politiek traktaat van Spinoza, in die prachtige uit-
gave van Ambo Anthos. Zo’n omgeslagen, dubbele kaft, heerlijk!
Ik voel, ik ruik, ik blader. Dit is een boek dat ik allang wilde heb-
ben, maar mijn opwinding was niet minder toen ik de afgelopen
weken Rampjaar 1672 van Luc Panhuysen uitpakte, of The Road
van Cormac McCarthy, of Introducing Pragmatism van Cees de
Waal, of, of... “Je koopt nu elke week wel een boek”, hoor ik nu
vanuit trappenhuis, “je vloer zakt nog eens door!”
Met een tevreden blik kijk ik mijn bibliotheek rond. Langs drie
wanden staan ingebouwde boekenkasten, in klassieke stijl, tot
aan het plafond. Honderden en honderden boeken, keurig geor-
dend naar discipline en vervolgens chronologisch of alfabetisch
gerangschikt op geboortejaar of naam van de auteur. “Zoek toch
eens wat vrienden op, ga naar de kroeg, ga eens wat doen!”
klinkt het ditmaal vanuit de zijkamer.
Liefdevol gaan mijn ogen langs al die veelkleurige en veelvormi-
ge ruggen, die uitnodigend terugkijken. Elk bindt niet meer dan
een paar honderd velletjes papier, bedrukt met slechts eenvou-
dige tekentjes, maar openen werelden van verbeelding. Ik pak
een willekeurig boek, de Parijse dagboeken van Ernst Jünger en
begin erin te lezen. Opnieuw voltrekt zich het wonder: die sim-
pele symbooltjes in niet meer dan 26 variaties zijn voldoende om
zijn rijke gedachten en intense gevoelens tot leven te brengen.
Zijn manier van kijken en denken, zijn geest en bewustzijn, ja zijn
menszijn opent zich. Ik probeer me in hem en zijn situatie in te
leven, begrijp hem meestal, voel even later toch ook weer enige
verbazing. Ja, inderdaad, precies zoals dat in een gesprek gaat.
“Ik kwam Jaap trouwens tegen”, hoor ik mijn vrouw nu met enige
berusting zeggen, “hij wil je wel weer eens zien.” Meewarig kijk
ik rond en bezie de geluidloze kakofonie van die talloze vrienden
om mij heen, geduldig wachtend op de voorzetting van onze
gesprekken.
“Niet wéér een boek!” Door Peter Jurgens
Met een tevreden blik kijk ik mijn bibliotheek rond. Langs drie
wanden staan ingebouwde boekenkasten, in klassieke stijl,
tot aan het plafond.
30