Filosofie aan de Keukentafel
Hoe kom ik op een idee?
Ik: Heb jij dit gemaakt?
Béla: Ja.
Ik: Wat staat er op die tekening?
Béla: De ‘Hoegie Boegie Alien’.
Ik: Wie is dat?
Béla: Een alien.
Ik: Maar geen gewone alien, toch?
Béla: Het is een ‘Hoegie Boegie’.
Ik: Wat is dat een ‘Hoegie Boegie’?
Béla: Weet ik veel.
Ik: Vind je hem goed gelukt?
Béla: Ja.
Ik: Lijkt hij op een ‘Hoegie Boegie Alien’?
Béla: Ja.
Ik: Heb je wel eens een ‘Hoegie Boegie Alien’ gezien?
Béla: Nee.
Ik: Hoe weet je dan hoe die er uit ziet?
Bela: Gewoon.
Ik: Waarom heeft hij een sinterklaasmijter op?
Béla: Dat weet je toch wel, mam. Omdat ‘Hoegie Boegie Aliens’
mensen nadoen.
Ik: Oh, ok. Had je toen niet net die film gezien, met de grote ‘Hoogie
Boogie’?
Béla: Maar zo kwam ik niet op het idee! Het kwam gewoon omdat ik
nieuwe stiften kreeg. Toen wilde ik de hele tijd met die stiften
tekenen. En toen had ik dit getekend.
Ik: Dus je zet een stift op het papier en dan gaat de rest vanzelf?
Bela: Ja.
Ik: Of bedenk je eerst: ‘ik wil een ‘Hoegie Boegie Alien’ tekenen’?
Béla: Nee, ik teken gewoon iets. Door de film bedacht ik wel die naam.
Dat vond ik gewoon grappig. Zijn we nu klaar?
Ik: Ja.
Béla (6 jaar) en zijn moeder Claudia
(43 jaar, filosoof en communicatiespe-
cialist) voeren een klein gesprek over
grote onderwerpen.
“Het kwam omdat ik nieuwe stiften kreeg.”
9 VRIENDENMAGAZINE NUMMER 4 DECEMBER 2022