kunnen verminderen. Dit idee van bruikbaarheid wordt
meestal ‘pragmatisme’ genoemd. De Franse filosoof
Gilles Deleuze (1925 – 1995) beschreef dit idee in zijn
theorie over de filosofie, als de creatie van concepten
in plaats van het vinden van ware kennis. Binnen het
pragmatisme denken we niet over wetenschap als iets
dat bepaalde waarheden ontdekt, maar als het scheppen
van nieuwe concepten die als kennis gebruikt kunnen
worden. Het maakt dus niet uit of de dingen die we
denken te weten echt waar zijn, zolang de kennis binnen
onze samenleving gebruikt kan worden om die
samenleving te verbeteren en verder te ontwikkelen.
Hiermee hebben we het probleem van het nut van
wetenschap opgelost. Maar hoe verhelpt dit prag-
matisme onze angst voor de leegte van betekenis? Het
antwoord is simpel: deze leegte moeten we zelf
opvullen, om betekenis te geven aan ons leven op zo’n
manier dat we ons verder kunnen ontwikkelen. We
moeten zelf een concept van betekenis maken. Prag-
matisme ziet ontwikkeling als iets dat zo belangrijk is
dat het compenseert voor het feit dat de pragmatische
kennis misschien niet absoluut echt is. Nuttigheid
boven absolute waarheid en kennis dus.
In zekere zin probeer ik te zeggen dat we simpelweg
moeten accepteren dat er chaos is, dat de structuren
die al zo lang ons leven zin geven niet echt waarde
hebben. Het zal ons – misschien helaas – niet lukken
de chaos te verdrijven, en dus moeten we er maar mee
leren leven. Het omarmen van de chaos door niet langer
de waarde van orde en betekenis op te hemelen, is bijna
de enige manier om rust te krijgen.
Hopelijk kan hiermee enigszins de orde in het doen
en denken terugkeren. Als we onze obsessie met
absolute waarde ook maar een beetje los kunnen laten,
zal dat, denk ik, voor een drastische vermindering in
negatieve gevoelens over chaos rond waarheid zorgen.
Streef naar voortgang door pragmatisme, in plaats van
naar het onbereikbare absolute.
n