aanwijzingen oplossen en uitdagingen uitvoeren zodat ze in minder dan een uur
weer buiten staan). Of aan de bloeiende experiëntiële reismarkt^21 , waar je kunt
intekenen om met een modedesigner te gaan winkelen in Barcelona, dineren met
een foodblogger in Queens, naar binnen kunt paragliden in een hotel in Oman of
plaatselijke stamleden kunt ontmoeten in Papoea Nieuw-Guinea.
Ten slotte zal ook de manier veranderen waarop onze gemeenschappen zijn
ingericht. Zoals Lyft mensen samenbrengt, zo zullen andere deeldiensten ons
ook stimuleren elkaar meer te vertrouwen en aardiger te vinden. Wat
deeldiensten precies zijn? Neal Gorenflo^22 , uitgever van een tijdschrift over
deeldiensten genaamd Shareable, noemt het ‘de opkomst van plaatselijke, op de
gemeenschap gebaseerde deelprojecten zoals uitleenfaciliteiten voor
gereedschappen, reparatiecafés, samenwerkplekken, aanvullende munten,
voedselbossen, coöperaties, door de gemeenschap onderhouden
landbouwbedrijven, hackerspaces, hightech openbare werkplaatsen (fablabs),
banken waar je tijd kunt sparen, projecten om fietsen te delen et cetera’. Al die
initiatieven leiden tot sterkere, betere gemeenschappen. Denk maar aan de pro-
sociale voordelen van uitleencentra voor gereedschappen, bijvoorbeeld: op de
gemeenschap gerichte plaatsen waar mensen hun elektrische machines en andere
DHZ-gereedschappen uitlenen aan anderen. Ze zijn overal in opkomst, van
Australië tot België en de VS. Of denk aan de door de gemeenschap gerunde,
bijna drie hectare grote Seattle Food Forest, waar elke plant – van bosbes tot
aardbeien, walnoten en pruimenbomen – iets oplevert wat je kunt eten.
Als we van het tijdperk van materialisme naar het nieuwe tijdperk van
experiëntialisme gaan, dan zal er veel veranderen. We zullen meer pret hebben
en minder tijd aan werk besteden. We zullen wonen in kleinere, flexibelere en
beter ontworpen woningen. We zullen betere banden hebben met meer mensen,
en betere gemeenschappen vormen. We zullen, kortom, gelukkigere, gezondere
mensen zijn, duurzamere levens leiden op een minder beschadigde planeet.
Als dit allemaal klinkt als een utopische visie, te mooi om waar te zijn,
bedenk dan maar eens hoe de wereld van nu zou hebben geklonken voor iemand
van een paar generaties geleden. Had de moeder van je grootmoeder zich kunnen
voorstellen dat er een kaart is die weet waar je bent en je kan vertellen waar je
naartoe moet gaan? Had zij geloofd dat een van de meest urgente problemen was
dat er zoveel eten en welvaart is dat miljoenen er ziek van worden? Als het in de
20e eeuw mogelijk was om die materiële vooruitgang door te maken, waarom
zouden experiëntiële doorbraken dan in de 21e eeuw niet ook mogelijk zijn? Het