Als je (a) je auto, of (b) de herinnering aan een weekeindje weg zou
moeten opgeven, wat zou je dan het liefst houden?
- Waardoor voel jij je beter: (a) een tas vol spullen, of (b) een hoofd vol
herinneringen? - Wat doet je ineens overeind schieten omdat je erbij wilt zijn: (a)
winkels, of (b) het park? - Waar zou je warm van worden: (a) een schitterend sieraad,
bijvoorbeeld een halsketting of een horloge, of (b) een weekeindje
weg? - Wat heb je liever: (a) een veelbesproken gewaad van Diane von
Furstenberg, of (b) een kaartje voor een van haar modeshows? - Wanneer je een ander iets geeft, geef je dan liever (a) dingen, of (b)
belevingen? - Waar zou jij je het liefst mee op de bank nestelen: (a) een
winkelcatalogus, of (b) een roman? - Wat maakt meer indruk op jou: (a) wanneer iemand je vertelt dat hij
een Rolex heeft, of (b) wanneer hij je vertelt dat hij de Kilimanjaro
heeft bedwongen? - Welke stelling spreekt je het meest aan: (a) het probleem met
belevingen is dat ze niet erg lang duren; je doet iets, en dan is het
voorbij, of: (b) het mooie aan belevingen is niet alleen dat ze op dat
moment leuk zijn, maar dat je er ervoor en erna ook aan kunt denken? - Welke stelling spreekt je het meest aan: (a) als ik wegga, probeer ik
altijd wat souvenirs mee terug te nemen en ik maak massa’s foto’s
zodat ik er makkelijker aan kan denken en ik er iets tastbaars aan
overhoud, of: (b) ik houd me niet bezig met foto’s maken wanneer ik
met vakantie ben: dat weerhoudt me ervan om van het moment zelf te
genieten?
Geef jezelf nul punten voor elke keer dat je (a) hebt geantwoord, en één
punt voor elke (b). Tel de punten op.
Als je 0 punten hebt gescoord, ben je een verstokte materialist. Je hebt
twee mogelijkheden: leg dit boek neer óf bereid je voor op het uitdagen