6
Het eenvoudige leven en het scharrelgezin
Toen Aimée LeVally besloot dat het hedendaagse systeem niet bij haar paste,
ging ze aan de rem hangen en sleepte ze haar gezin – man, kinderen, hond – uit
hun gelikte vrijstaande woning in Texas naar een ruige berghelling in de staat
New Mexico, kilometers ver van de dichtstbijzijnde buren.
LeVally is klein van stuk, zo’n 1,50 m lang. Ze heeft een bleke huid vol
sproeten. Ze draagt haar trotse rode haar in een schouderlange boblijn, of wikkelt
er een sjaal omheen. Van een afstand heeft ze wel wat van een poppetje.
Het was juli 2008, de natste julimaand die men zich in dat deel van Texas
kon heugen. Het regende ’s ochtends, ’s middags, ’s avonds. De hele dag, elke
dag, kwamen grijze sluiers naar beneden denderen. Tweeduizend millimeter in
totaal. Daardoor werd het gras in LeVally’s tuin zó helder groen en zó glanzend
dat het nep leek. Ze zat in een grote lederen fauteuil in de woonkamer van haar
vrijstaande huis, de voeten naar zich toegetrokken, en keek uit de kamerhoge
ruiten. Ze voelde zich alsof haar leven aan gruzelementen was gegaan, als een
vaas die op een te harde vloer was gevallen.
LeVally durfde zich niet te bewegen. Ze leed al jaren aan fibromyalgie, een
uiterst ondermijnende aandoening die pijn veroorzaakt in het hele lichaam en
waardoor ze soms zoveel pijn had dat ze niet kon lopen. Ze kon het dan zelfs
niet verdragen dat iemand haar aanraakte en vaak was het zó erg dat LeVally
dacht dat ze misschien wel bezig was gek te worden. Wat zou ze graag
schreeuwen om wat druk van binnenuit kwijt te raken. Maar ze was bang dat ze,
als ze eenmaal begon, nooit meer zou ophouden. Ze kon haar pijn niet delen,
zelfs niet met haar man Jeff Harris of haar vader, Ren LeVally, die bij hen
woonde om ze te helpen. Als ze het er met andere mensen over had, zag ze hoe
ze probeerden er onderuit te komen. Wat ze ook deed, ze durfde niet te bewegen.
Elke beweging zou leiden tot meer pijn.
Enkele dagen eerder hadden artsen haar laten weten dat ze het opgaven. Ze
hadden alles geprobeerd, zeiden ze, zelfs de nieuwste behandelingen. Maar er
was niets meer wat ze konden doen. ‘Toen ik dát hoorde, knapte er iets,’ zegt