met sal manassen achterom kijken

(arcana studio) #1

raam naar de stadhuistuin. Dat raam was voorzien van geribd ondoorzichtig glas en had bovendien dikke tralies.
Verbeeld je dat je in die tuin kon kijken? Volgens overgeleverde verhalen was deze tuin voor Loos HET struikelblok
geweest. Hij moet op een nacht stilletjes de rijpe peren hebben geplukt??
Achter de schuifdeuren was de achterkamer, "de salon" met uitzicht op de binnenplaats. "Kamer en suite" heette
zoiets. En wat een glorie met de geel-zijden mahoniemeubels, het grote tapijt, kristallen kroon voor gas (later
kwam elektra), de porseleinen pendule met coupes met koperen smeedwerk... en na Opa's dood het grote in een
houten lijst gevatte schilderij van een dansende boer.
Al dat deftige meubilair was gekocht in de fijne meubelzaak van Ome Joseph van Gelder in de Haagse Molen-
straat, naast de luxe bakkerswinkel van Krul op de hoek. Om die hoek was het Noordeinde met het Koninklijk
Paleis.
Achterin was de grote, lage keuken. Echt het domein van Moeder en van de inwonende dienstbode. Ze was voor
die tijd erg modern ingericht met een buffet, granieten aanrechtbladen, gaskomforen en een levensgroot kolenfor-
nuis. Wat heeft die Moeder zich hier naar hartelust uitgeleefd om allerlei heerlijks te koken, braden en bakken.
Als jong meisje was ze dit al gewend omdat na het op jonge leeftijd overlijden van haar Moeder Opa's keuken haar
trots werd.
Wijd en zijd was haar kookkunst bekend en gewaardeerd door de hele familie en de vele vrienden om de grote
verscheidenheid aan lekkernijen die ze in haar keuken te voorschijn toverde. In de feestkrant die op haar zilveren
bruiloft verscheen stond de plagende advertentie: "Bij MANASSEN in TIEL, eet men GOED en VIEL!".
Een andere grote activiteit van Moeder was wecken. Daar legde ze ziel en zaligheid in. De zomer lang was ze
daarmee bezig. Letterlijk dagenlang. We vonden het als kinderen maar wat fijn -op onze manier- te mogen helpen
erwtjes en bonen te doppen, snijbonen te rangen en aan de grote snijbonenmolen (gehuurd bij Jonkers) te draaien.
Het was dan ook een lust voor het oog om de gereed gekomen producten in een grote kamerkast opgeborgen te
bekijken als ze trots aan gasten werden getoond.
De grootste grap echter kwam van onze overbuurvrouw Van den Heuvel uit de zuivel- en dure bonbonzaak. Ze
was haast nog trotser op datgene wat Moeder presteerde op dit gebied. Haar bewondering ging haast te ver door
vrijpostig met haar eigen gasten naar binnen te stappen en in de kamer de deur van de conservenkast open te
maken om al dit moois te (ver)tonen, alsof de deskundigheid van Moeder soms een beetje op haar zou overstralen!
Merkwaardige mensen...
Het zorgen voor de winter bleef niet bij dat wecken. Daar kwamen de Keulse potten snijbonen, zuurkool, zure
augurken (bommen) en andere inmaak bij. Alles wachtend om op de gestelde tijden te worden omgetoverd tot
evenveel heerlijke stamppotten. Dat spul ging dan in de --huu-- donkere kelder, die ik als jochie eng en griezelig
vond met de gladde stenen trap, waar je bijna niks zag want het licht van de binnenplaats viel maar spaarzaam
door het kelderraam. De groten gingen er met een kaars of petrolielamp in. Verboden voor kinderen.
Groter gegroeid en met de komst van elektrisch licht verloor de kelder zijn griezeligheid. Daarin werden ook de
winteraardappelen bewaard, die elk jaar werden "opgedaan". In het kolenhok lagen de kolen voor de kachels en
het keukenfornuis. Houten kuipen dienden voor het pekelen van rookvlees en pekelvlees. Op schappen rondom lag
dan gesmolten vet in "bodems", want dat spul moet donker en koel worden bewaard.

Free download pdf