met sal manassen achterom kijken

(arcana studio) #1

GASTEN


Beide ouders kwamen uit grote gezinnen. Bij Moeder waren elf kinderen en bij Vader "maar" acht kinderen: een
enorme familie. Waar een fikse vrienden- en kennissenkring bijkwam. Zo'n groot gerieflijk huis oefende een forse
aantrekkingskracht uit op al deze lieden die dankbaar gebruik maakten van de ongelooflijke gastvrijheid van mijn
ouders onder het motto: "de deur staat altijd open". Wat soms gekscherend werd beantwoord met de vraag: "is het
dan niet koud ...?"
Het leek soms bij ons thuis op een hotel/pension voor de familie. Een enkele keer stond het huis echter wel
eens open voor betalende gasten. Dat was spaarpotjes-hobby van Moeder, die graag een extra centje wilde verdie-
nen om iets bijzonders voor zichzelf te kunnen kopen. Het waren soms handelsreizigers die een nacht in Tiel
overbleven en een gezin boven een hotel verkozen voor meer gezelligheid en voordeel. Ze werden soms later echte
vrienden.
Ook herinner ik me nog dat als de Revue van Henri ter Hall enkele dagen Tiel aandeed de beroemde Buziau met
zijn vrouw enkele malen op die basis bij ons woonden. Hij wist zich dit vele jaren later nog precies te herinneren
toen ik ernaar vroeg toen ik hem op de Haagse Tram in Rijswijk ontmoette.
Doch het was vooral de "grote-stad-familie" die het een attractie vond in het kleine Betuwse stadje te logeren
bij Tante Bets en Ome Ben. Vakanties zonder logerende kinderen waren ondenkbaar. Van de weeromstuit gingen
wij dan weer vaak naar de grote stad. Ook om te logeren. En het was geen wonder dat ons "huis" zo in trek was.
Moeder sloofde zich danig uit haar gasten te verwennen en hen te onthalen op de vele lekkere kanten van haar
talent als goede Keukenprinses met haar kook-, braad- en bakkunde... of was het -kunst? Ze trok dan alle registers
open. Uiteraard vormde vlees uit Vaders slagerij een stevige en veelgeprezen hoofdmoot. Tsjonge, wat is er ge-
smuld van haar meesterlijke soepen waarin vanwege alle balletjes en andere vleselijkheden bijna geen plaats meer
was voor vocht. Ze verwende daar ook talrijke zieken mee in de buurt of elders in de stad. Want zo was ze ook ...
stilletjes zieken en armen wat toestoppen.
En wat te denken van gevulde of ongevulde kalfsborst, haar meesterlijke kalfskarbonade, ossentong en, op
velerlei manier bereid, zwezeriken of schelpen ragout vooraf. Uithalen was haar lust en leven. Ze glunderde van
trots en voldoening als ze de grage monden ook nog vulde met toetjes als puddingen of diverse vruchtencompôtes
waarvan ze de receptuur maar "zo" in de vingers scheen te hebben. Taarten en ander gebak toverde zo ook
allemaal klaar in haar keuken.
Voor een deel zal dat met graagte zorgen voor veel mensen haar in gedachten hebben teruggevoerd naar haar
ouderlijk huis, waar ze vrij jong al de keukenmeesteres werd na het vroegtijdig overlijden van haar Moeder. Ze
kon daar erg levendig over vertellen. Vooral hoe het in dat grote gezin vaak toeging waar het geen unicum was
als er 25 man aan tafel zaten. In zo'n groot gezin, waar gastvrijheid hoog in het vaandel stond, bracht de een zijn
meisje mee, een ander weer een vriend of vriendin. Later werden dat de jonge vrouwen of mannen van de kinderen
die weldra ook weer met kroost kwamen opdraven.
Was het dus etenstijd dan klonk het: "Schuif maar aan jongens" en een geen tegenstand duldende Vader schepte
de borden vol. Dat Rotterdamse gezin scheen de zoete inval. Maar beslist geen huishouden van Jan Steen. Opa
Free download pdf