Wandelen was altijd een vast programmapunt, minstens een paar maal in de week als het weer het maar even
toestond. Met gezwinde pas. "Klein Drumpt" om was vaste prik en een klein eindje. Dat was: Lingedijk, Sportpark-
laan, Laantje van Groenendaal (bestaat niet meer), Dorpsstraat, Meslaan en Bönhofflaan, de spoorwegovergang
en zo de stad in naar huis. De ene keer linksom en dan weer de andere kant om. "Groot Drumpt" was dan Dorps-
straat tot einde, Drumptse dijk en via de Moespot weer terug of verder bij Thedingsweert linksaf naar de Papesteeg
en in de uitgebreidste Drumpt wandeling werden het Kanaal en de Ophemertsedijk nog eens meegenomen.
Een andere geijkte wandeling was via de Echteldsedijk tot aan de Sluis in de Kil, daar de Dijk af links, door het
Galgenveld met een paadje door weiland en boomgaarden (nu Vogelbuurt) naar de Medelsestraat, langs de Grote
Brugse Grintweg of Binnenhoek weer op huis aan.
Op mooie zomerse zondagen huurde Vader wel eens bij Dingemans een rijtuig, waarbij hij zelf mende. Waren er
logés dan kwam een koetsier van stalhouder Dingemans met een tentwagen of bij een groot gezelschap met een
Jan Plezier om ons naar de Hamsebrug te rijden om daar in de tuin te zitten en de kinderen in de grote speeltuin
te laten spelen. Was het kersentijd dan werd een of andere kersenbogerd aangedaan van een bekende fruitteler.