met sal manassen achterom kijken

(arcana studio) #1

De familielegende wil dat het hem zo goed was gegaan om de volgende reden: op zijn trouwdag omstreeks 1850
was hij onderweg om zijn bruid te gaan halen voor het trouwen. Hij vond op straat een brood. "Raap het op",
zeiden omstanders, "en eet er meteen van, dat brengt geluk!" Zo gezegd, zo gedaan, hij liet zelfs zijn bruid een
sneetje eten en ... de voorzegging is uitgekomen!
Omdat we nu eenmaal graag in sprookjes geloven en het in ieder geval een mooi verhaal is zullen we maar
aannemen dat het brood geluk heeft gebracht. Meer waarschijnlijk is dat zijn welvaren gekomen is door een goed
zakelijk inzicht want hij realiseerde zich dat er -zeker in die tijd- meer mensen met smalle beurzen waren, dan
met overvolle en richtte zijn winkel op werknemers en de middenmoot. Eenvoudige sterke meubels, die tegen een
stootje konden tegen betaalbare prijzen, daar zag hij -goed gezien- brood voor zichzelf in. En aangezien er in het
snel groeiende Rotterdam van die dagen bovendien veel mensen in de stad hun werkterrein vonden waren het
vooral plattelanders die naar de Rotterdamse markten kwamen, die zijn vaste klanten werden.
Zijn ster rees even snel als zijn gezin zich uitbreidde zodat hij zich in de rijkdom van elf kinderen kon verheu-
gen. De oudste zonen kwamen al snel meehelpen en er werden in een flink tempo filialen gesticht. Eerst in de stad
zelf, daarna één in Den Haag en zo vervolgens elders in het land, telkens als een zoon wilde trouwen. In Den Haag
koos de zoon snel voor een zaak voor de betere klasse met puur deftige klanten. Heel ander goed dan Opa gewend
was, wat volgens de verhalen wel eens strijd gaf. Waarschijnlijk had zoonlief het bij het rechte eind, want onder
dezelfde naam schijnt nog altijd in de Haagse Hoogstraat een meubelzaak te bestaan.
Naast een goede winkelier was Opa een groot handelsman. Hij kocht rechtstreeks grote partijen bij binnen- en
buitenlandse fabrieken. Hij deed met een fabrikant uit het Belgische Mechelen zulke grootscheepse zaken, dat een
zeer vriendschappelijke relatie het gevolg was. Die reikte zo ver dat elk kind bij het trouwen een volledig kristallen
drinkservies ten geschenke kreeg van deze Belg. Al kende men de omschrijving Public Relations niet, het begrip
is oeroud...
Ondernemend als hij was en met kijk op antiek zag hij in deze handel wel iets voor zijn bedrijf. Om dat te kopen
moest hij naar het buitenland, omdat in Frankrijk en Engeland de meeste stijlmeubelen waren te vinden. Zonder
ook maar iets van een vreemde taal te kennen -misschien had hij in Rotterdam wat steenkolenengels opgepikt-
toog hij naar Parijs en Londen en kwam met goede handel terug. Blijkbaar verstaan handelslui elkaar met weinig
woorden, en aangevuld met gebaren en wat lef schijn je een heel eind te komen.
Dat was echter lang voor ik als jochie bij hem mocht logeren en hij met zijn huishoudster op dat enige bovenhuis
woonde waar je zo heerlijk voor het raam zittend de hele wereld aan je voorbij zag trekken. Wat een vertier in
vergelijking met het dromerige rustige Tiel. Op de hoeken van straten allerlei venters met karren, die hoog beladen
waren met in Tiel weinig geziene vruchten als sinaasappels, ananassen en wat niet al, groenten, vis en haring.
Toen ik wat groter werd mocht ik wel alleen de straat op om van alles in zo'n avontuurlijke wereldstad te
ontdekken, vol haastige mensen, ratelende rijtuigen en zelfs hier en daar een automobiel. Hoogopgetaste slepers-
wagens overheersten echter het stadsbeeld. Dikke Belze-paarden ervoor met koetsiers op de bok met grote snor-
ren die met hun zweep eerder jongens die op de wagens wilden klimmen verjoegen dan hun paarden aanvuurden.
Die jongens maakten op hun beurt weer lange neuzen tegen de koetsiers als het wegjagen niet lukte.
Grotere neven lieten me vol trots "hun" Rotterdam zien. Aan de Boompjes -de grote kade langs de Maas- lagen
grote zeeschepen hun lading te lossen of in te nemen. Hele stapels van wat binnen was gekomen of weg ging lagen

Free download pdf