met sal manassen achterom kijken

(arcana studio) #1

Waar is die hele sfeervolle kermistijd toch gebleven? Vergeleken met de kermistijd van mijn jeugd is de kermis
van nu het aankijken niet waard. Het is een kouwe bedoening zonder kraak of smaak. Technisch knappe attracties
laten in het meedogenloos scherpe schijnwerperlicht schaamteloos zien waarvan ze zijn opgebouwd. Weerspiege-
ling van de koude harde haastige tijd. Goktentjes overal waar je kijkt. Overschetterd door een kakofonie van
mechanische uit luidsprekers stromende muziekgeluiden.
De ene tent schettert nog harder dan de ander met daartussen onverstaanbare woordflarden. Geen touw aan
vast te knopen. Het enige wat nog iets van vroeger laat vermoeden zijn de kramen waar ze oliebollen, zuurstokken,
nougat, snoep en paling verkopen. Het heeft er veel van weg dat het publiek wordt toegeschreeuwd: "Kom op met
je geld, geef op, geld-geld-geld, haast je, rep je. Amuseer je, vlug-vlug-vlug, gaaaauuuw!" Dat hoor ik er dus uit, maar
de mensen die er rondlopen schijnen zich toch te amuseren. Lol te hebben. Voor mij: haastige lol!
Het zal wel zijn dat ouderen omkijken naar jeugdherinneringen met een rood-rose-gekleurde bril. Best mogelijk.
Maar toch... toch kan ik me niet aan de indruk onttrekken dat het vroeger allemaal een tikkeltje warmer, gezelliger



  • romantischer?- was. Valse romantiek, O.K. Maar mag ik u dan eens meenemen naar dat vroegere schouwspel vol
    draaiorgel- en harmonicamuziek, omhuld met een waas van geheimzinnigheid...
    De pret voor kinderen begint op de vrije woensdagmiddag tevoren. "Strepentrekken" is de start. Gemeentewerk-
    lieden geven met kalkstrepen op aanwijzing van marktmeester Den Daas op de keien de plaats aan waar elk spul
    of kraam moet staan. Tijdens de zomer is bij inschrijving al gedongen naar de beste plaats. Kinderen smeren
    elkaar en hun kleren en gezicht met kalk in als ze ongemerkt de vinger in de kalkemmers van de mannen kunnen
    steken. Roepen: "hier hedde un kermiskoek!"
    Hoog opgeladen sleperswagens met bonkige paarden rijden de houten delen der kermisspullen van het station
    naar de plekken waar de kermis wordt gehouden. Enkele kermisreizigers reizen per schuit. Van hen komen de
    spullen dus van de "Kaoj" of het Paardewater. Da's vlakbij. Ze hebben er zelf handwagens voor. Potige jongens
    duwen graag mee, een paar duppies of vrijkaartjes in het vooruitzicht. Vrachtauto's zijn nog vrij onbekend.
    De verdere dagen houden de kinderen in de ban van nieuwsgierigheid: wat komt er allemaal, en waar. Op zater-
    dagmiddag als ongeveer alles opgebouwd is, wordt proefgedraaid. Dé kans voor kinderen voor niks hier en daar
    in te kunnen. Blijkt alles goed te draaien dan gaan de zeilen dicht en valt de zondagse rust op alles,... de zondag
    is voor de kinderen haast niet door te komen, die spanning, de verwachting...!! Die pas wordt doorbroken als de
    laatste klanken van het inluiden zijn verstorven en meteen de drukte op gang komt die eerste maandagmorgen.
    Is het anders al een drukte van belang vanwege de markt, vandaag is het aanmerkelijk drukker. Als het wezen-
    lijke centrum van Betuwe en Maas en Waal is in die tijd alle handel op Tiel gericht. Na de oogst is nu de tijd
    aangebroken er geld -liefst zo veel mogelijk- voor te maken. Kermis en Jaarmarkt gaan dus hand in hand en op
    elke plaats waar verschillende producten altijd worden verkocht is het vandaag voller en drukker. Hoog opgetast
    liggen de waren. Er wordt ijverig geloofd en geboden.
    Geld gaat van hand tot hand. Dit rollende geld gaat naar de winkels, de marktkramen en voor de rest naar de
    kermisspullen en... cafés. De winkels hebben het nog drukker dan anders. De buitenlui zijn toch in de stad en
    hebben vandaag voldoende geld op zak, zojuist ontvangen bij de verkoop van hun spullen. Op de dorpen is weinig
    anders te koop dan wat voor dagelijks gebruik nodig is. En met veel minder keus en vaak duurder dan in de stad.

Free download pdf