met sal manassen achterom kijken

(arcana studio) #1

Donker Afrika, Vlooiencircus en nog veel meer wonderlijks en fraais. Als "nooit vertoond" luidkeels aan de voor-
kant aangeprezen. Ook hiertussen weer snoep-, paling- en koekkraampjes. Misgeboorten, kalveren met twee of
meer koppen of meer dan vier poten en dat soort rariteiten zijn hier te zien. Niet zelden is om een normaal dier
een koffiekopje gehangen (of twee) of meerdere stoelpoten om een dier heen om aan het buiten aangekondigde
aantal te komen.
Tussendoor lopen kleinere ventertjes met speldjes, aapjes-op-een-stokkie, piepertjes om op te blazen en derge-
lijke en de dikke koopman van alle maandagen omhangen met portefeuilles, portemonnees en scharen loopt hier
rond, druk verkopend.
Wat een drukte, wat een beweging en wat een kermisspullen. En dan te bedenken dat dit nauwelijks de helft is.
Dit hier heet de "kleine" kermis. De grote attracties staan elders. Teruglopend langs de dubbele rij gaan we eerst
door de Kleiberg waar de kramen van de weekmarkt nu staan om te vervolgen in de Tolhuisstraat. Het vormt de
verbindingsschakel naar de "grote" kermis. Het is er gezellig lopen en ook hier hoef je niet naar een café te zoeken.
Hoe hebben ze het kunnen uitzoeken! Al die grote van muziek daverende kermisspullen krek naast en achter
de gevangenis en ook nog vlakbij, zelfs voor, de Rechtbank. Maar ja, het terrein -Het Bleekveld- is er uitermate
geschikt voor. Heel vroeger was hier een krottenwijk, die lang geleden is afgebroken. De ruimte er pal naast voor
de Gasfabriek is ook in gebruik, genoeg om al het volk te bergen. Wat staat hier een boel!
Een wat opgeschoten knaap van een jaar of dertien loopt luid aan zijn vriendjes op te sommen wat er allemaal
staat. In sappig onvervalst Tiels. Zo te horen heeft ie er verstand van:
"kek.. des de fiets van Benner", (de stoomcarrousel heet in jongensmonden fiets) "... da kunde aon ut front
zien... kek ziede vechtende leeuwe met zwarte nikkers... kjel wa hebbe zu dè mooi nao gemak'... dit is de mooiste
stoomcarrousel van du wereld. Dizze is veul mooier dan die van Wolf of Vermolen of Janvier, hij werk ôk aanders.
Bij die ander gaot dat krek as bij de mallemeulen mi trekstange en in plek van een perd is hier dan een stoom
masjien... maor hierbij die van Benner gaot ut mi kamraaier en taandwiele. Motte is zien wakke prachtige peerden
en schuitjus... zo iets hedde gullie wed ik nooit gezien. Ik zij dur al een paor kê'r in gewies... dur is een keuje waor
achter op de kont achterstevoren een kloon zit die een lange neus trekt... en leeuwe en tijgers... van alles ziede
daor..."
"'K wouk dur maor in waor... adde binnen zij krijde du kaortjes van minse die allinugmaor komme kijke, dan
kunde zo maor vor niks draoje... die vatte wel een pilske en hebbe ôk schik..."
"en dan gooje die lui mi serpetine en confetti naor de jonke en meide die draoje... "
"Un jong ut onze klas het zelfs un abbenement veur un tientje daor kan hij de hele kermisweek mee draoje... ma
wa gif dè veur rijke stinkers... die hebbe geld zat.
Zie de daor in da glaoze hukske dè frammes mi die gekrulde haore zitte... da's de vrouw van Benner, die pak de
cente en gift kaortjes en die dikke kjel die daor lopt, jao daor mi zeun dikke buik da's Benner eigus. En dan motte
zien hoe mooi zullie wone in dieje waogen... daor op de Wethouderskaaj... ik zij dur veurig jaor duk in gewies...
toen mogt ik budschappe veur hullie doen en kreeg ikke vrijkaortjes. 'k Kwam fleeje week krek te laot... andere
jonke waoren me veur...
'K mog fleej jaor ok alles zien, de grûte spiegels en het mesjien waor ze elektriek mee maoke veur al die kleine
lempkus en die grote daor mi witte glaoze bolle, da binnen booglampe (hij bedoelt koolspitslampen). Zullie noeme

Free download pdf