met sal manassen achterom kijken

(arcana studio) #1

wat had ik een keer de pest aan die Kokadorus. Die dag verkocht hij horloges. Ik was zo'n twaalf jaar oud. Weinig
mensen hadden een horloge in die tijd. Jongens al helemaal niet. Voor een piek? Ze liepen niet voor en niet achter,
zei de olijkerd. Ik op een draf naar huis. Vlakbij. Stiekem uit de spaarpot een gulden gerammeld. Weer terug naar
de markt en werd de trotse bezitter van... een blikken horloge. Dat liep natuurlijk helemaal niet, ook niet voor of
achter. De man had niet eens onwaarheid gesproken.


Tielenaar Jaap van Gelder kon er ook wat van. Hij verkocht van alles en zag overal handel in. Zijn feitelijke
handel was vis, fruit en dergelijke. Maar potten en pannen of andere zaken, die altijd wel ergens in partijen werden
aangeboden waren eveneens van zijn gading. Van een stukke Zeppelin verkocht hij eens de lappen als dekzeilen.
Op de markt maakten we als kleinere jongens al kennis met sigaretten. Standwerkers brachten deze met prach-
tige verhalen aan de man. Vaak in schitterende doosjes en steevast luidde het: "Mensen, precies dezelfde sigaret-
ten liggen verderop in de winkels met de grote spiegelruiten en met dames met een pond bleekpoeier op de wangen
voor x centen per doosje, maar hier bij Jaap geen vijftig cent, geen veertig, geen dertig maar negen, acht, zeven,
zes, nou geef maar vijfentwintig centen. Wacht effe, hier steek op,... proef zelf." En dan deelde hij een paar pakjes
onder de toehoorders uit en had geen handen genoeg om de uitgestoken handen te vullen met vijf pakjes voor drie
kwartjes.
Slim als we waren, bemachtigden we altijd wel een stel gratis sigaretten bij het uitdelen. Maar wat waren we
ziek als we ze stiekem op de "kaai" oprookten. Groen en geel en kotsmisselijk meestal bovendien,... maar daar was
ruimte en frisse lucht genoeg om weer bij te spijkeren.
Rond de klok van twaalf kwam een eind aan de drukte. Op maandag ging iedereen op zijn manier naar huis om
te eten en aan het werk te gaan. De meeste bodewagens hadden hun vertrektijd tussen twee en drie, afhankelijk
van hoe ver zij kwamen. En dan was het langzamerhand ook weer rustig in de stad. Alles verviel in de dromerige
rust van een door-de-weekse dag. De achtergelaten rommel werd door gemeentewerklieden opgeruimd en de win-
keliers telden hun "laai" om te zien of ze tevreden konden zijn over hun omzet. De maandagse marktdag was
zonder meer een beste omzetbrenger voor de Tielse winkels.

Free download pdf