Rond de klok van 12 waren we allemaal van dat bezorgen terug. Die dag stonden we wat te klungelen, veel werk
was er niet. Komt een vrouwtje de winkel binnen, mandje onder de arm, doekje erover.
"En vrouwke wat zal het wezen?", vraagt Vader.
"Slager, ik krijg morgen visite, ik wou een rollade hebben,... een pond of vijf,... net zo'n mooie als u bij mevrouw
Dingens vorige week heeft gebracht. Daar werk ik namelijk, ziet u".
Het was dus de werkster van mevrouw Dingens, een beste vaste klant.
"O, eentje van de lende", gaf Vader ten antwoord. "Maar dan moet u even wachten,... die moet nog uitgebeend
worden, want dat vlees is niet meer los...".
Het mensje zegt even naar "mevrouw" te moeten en intussen wordt een achterbout uit de ijskast gehaald, een stuk
lende afgezaagd, de benen er uitgehaald, de vliesjes verwijderd, gezouten en gekruid. Drie ijzeren pinnen voor het
opsteken en als dit allemaal is gebeurd is mij de eer beschoren er mooi de touwtjes om te binden. Precies een vinger-
dikte van elkaar.
Tegelijk als het vrouwtje weer binnen komt, gaat de rollade op de marmeren toonbankweegschaal. Aan de ene kant
een marmeren plaat om vlees op te leggen, aan de andere kant een ijzeren bak voor de gewichten. "Vijf pond en
anderhalf ons,... iets meer", dat mocht.
"Dat is dus ƒ 4,98", zegt Vader.
Goedkoop? Vergeet het maar, toen was dat veel geld ƒ 1,50 per kilo. Zeker voor werkmensen die weinig verdienden.
Vlees kwam weinig op tafel. Ze waren al blij met een flinke klont vet door de stamppot. Op zon- en feestdagen kon het
slechts een klein stukje rundvlees lijden. Later in de jaren '30 zou vlees ontzettend goedkoop worden. Alles zou toen
goedkoop worden,... en de verdiensten ongelooflijk laag zijn of men had een werkeloosheidsuitkering van een schijntje.
Dus toch duur!
"Zo, doet u het maar in het pannetje", zegt het vrouwtje. Beurt doekje en deksel op en ze legt de rollade er zelf in.
Dan wil ze betalen. Ze speelt de vertoning uit de kunst. Ze zoekt in de rokzak,
"Wat is dat nou,... verrek ik heb de knip toch in de zak gestoken? Nee toch niet,... zeker op tafel laten liggen. Hè,
wat vervelend,... wat motten we nou."
Blijkbaar had Vader weinig zin in opschrijven omdat hij het hele mens niet kende en hij wilde het vlees dus niet
meegeven.
"Weet u wat meneer, ik laat het even hier en ga vlug thuis geld halen." Ze beurt het pannetje uit het mandje, doet
de doek weer over het mandje, zet zelf het pannetje aan de muurkant van de bank waar de gereed gemaakte bestel-
lingen op plegen te liggen en met een "tot zo dadelijk" gaat ze met het mandje onder de arm de deur uit. We gingen
eten. Dan wordt het twee uur, drie uur,... geen vrouwtje. De winkel wordt geschrobd zoals elke dag om die tijd, maar
niemand meldt zich voor de rollade. De marmeren bank moet ook afgeschrobd worden met kokend water en dus neemt
Vader het pannetje op en...,
"verroest, wat is dat licht", beurt het deksel op en... ziet niks, zelfs geen bodem in de pan. En natuurlijk vanzelf ook
geen rollade. Die was foetsie! Die was in het mandje blijven liggen toen de pan er werd uitgehaald. Doekje erover en
vrouwtje met rollade weg. Had je dat verbouwereerde gezicht van Vader moeten zien en we schoten allemaal in de
lach,... nou... en van de weeromstuit lachte Vader mee, al was het als een boer met kiespijn.
arcana studio
(arcana studio)
#1