met sal manassen achterom kijken

(arcana studio) #1

GRATIS BORREL


Eén ding was zeker, Mels zou snel weer "het haasje" worden van Koens streken. Hoe was het toch mogelijk dat
Mels telkens opnieuw een willig slachtoffer van Koen was. Dat Mels er steeds intuinde. Dat hij vaak de risee werd
waar hartelijk om kon worden gelachen. En tegelijk dat die twee tamelijk goed bevriend bleven.
Vermoedelijk zat het zo in mekaar. Mels kwam van buiten, van een boerderij ergens uit de Beneden-Betuwe.
Samen hadden ze bij Koens vader het vak geleerd. Dat was een bekende goede Tielse slager met een dijk van een
zaak. Leerknechten werden in die oude tijd in de huiselijke kring opgenomen en als het goed viel als eigen kind
behandeld. Zo groeide hij met Koen als broeders op en ze hadden jong al gemeen dorstig van aard te zijn.
Ten tijde van deze verhalen over Mels en Koen had Mels in de Westluidensestraat een uitstekend beklante
varkensslagerij opgebouwd. Voor 1914 hadden runderslagers en varkensslachters aparte bedrijven. Nadien zijn
slagerijen pas "gemengde" bedrijven geworden.
Met zijn vrij forse gestalte was het Mels duidelijk aan te zien dat hij van boerenafkomst was. Een knappe vent
om te zien. Met sexappeal, zou je tegenwoordig zeggen. Dat bracht óók klanten. Maar hij was tevens een kei in
worstmaken. Tot ver buiten Tiel was zijn Grove Gelderse Rookworst bekend. Zijn zaak liep perfect. Niet in het
minst door de goede hulp van vrouw Pietje die tevens de koorden van de beurs stevig vast hield...
Koen was geen Adonis. Wat muisachtig en meer een gladjanus. Eerder "in" voor een lolletje dan dat hij voldoende
acht op zijn zaak sloeg. Dat liet hij aan moeder-de-vrouw over en later aan de kinderen.
In wezen toch geen beroerde vent. Zelfs een uitstekende vakman als... zijn pet er naar stond. Maar die stond
er steeds minder naar. Zijn dorst naar een borrel was onstuitbaar. Dat was zijn fout.
Elke kans greep hij aan in een kroeg te verdwijnen. De meest gebruikte verontschuldiging was dan dat hij de
bestelling ging opnemen of afleveren. Met op deze manier zaken doen kom je op zwart zaad te zitten. Koen was
vaak erg krap bij kas. Maar in de kroeg was hij gul op het royale af en nimmer te beroerd het gelag voor anderen
te betalen die zijn grappen en grollen om het hardst bewonderden. Had hij echter geen geld dan zag hij er geen
been in af en toe voor klaploper te spelen.
Veel slagers uit die tijd kochten samen in. Mels en Koen deden dat ook.
Op een dag vlak "na-den-eten" omtrent één uur als Mels net effe een uiltje wil knappen, komt Koen de winkel
binnen en loopt naar achteren. Zegt tegen de slaperige Mels:
"'k heb geheurd dat dur bij De Bie in Zenden een best hok verrekus lig. Un stuk of tien. Da's veulste veul veur
mij allinnig. Zuwwe zu saome kope? Misschien krijge wu ze dan ok goeikoper, want dan hoeve ze maor twee keer
te levere... Gaoj de mee kijke?".
Inderdaad een goed koopargument bij het dingen naar de prijs. Minder transport was minder werk. Met samen
doen was dus voordeel te behalen.
Bij de gedachte aan mogelijk voordeel en gewin, was Mels, die op de penning was, dadelijk "in".
"Effe omtrekke", dat was een schone witte kiel aantrekken. Met een verse sigaar uit Mels' kistje in het hoofd,
togen de vrienden op de fiets op weg naar...
Nauwelijks 50 meter verder op de hoek, stapt Koen weer van de fiets. Precies bij café De Roskam.
Free download pdf