ZELFBEDROG
Daar hing de koe! Mels kon zich wel voor de kop slaan. En anders Koen wel. Tsjonge jonge, wat hadden ze er
naast gekeken. De zojuist geslachte koe zou minstens 50 pond minder wegen dan ze bij de koop hadden getaxeerd.
Dat zou morgen vroeg bij het wegen duidelijk blijken. Nu kon hij dat echter al zo wel zien.
Het kouwe zweet brak Mels uit op die gloeiend hete maandagmiddag in juli 1920 als hij aan morgenvroeg dacht.
Dan werd de koe gewogen onder het alziend oog van moeder-de-vrouw. O, een best mens... een goeie vrouw, daar
niet van, maar nog pinniger dan hij zelf. Zij beheerde het geld. Zij betaalde de boeren uit. Ze wist dus op de gulden
precies wat deze koe had gekost en rekenen kon ze als de beste. Morgen vroeg zou ze dus weten dat de koe veel
te duur was geweest.
Het geldelijke nadeel zat Mels nog minder dwars dan het verwijt dat helemaal terecht nu al in zijn oren klonk:
"Zozo, de heren hebben er aardig naast gekeken,... zeker meer naar borrels gekeken dan op de tellen gepast.
Net kleine kinder waar je op letten moet,... zuiplappen!".
Het zou wel een hele litanie worden. Helemaal ongelijk had ze dan niet, overdacht hij deze snikhete middag in
zijn slachtplaats. Ze hadden 'em verleden week toen ze de boer op waren inderdaad behoorlijk geraakt,... pff... wat
was het toen heet. Bloedheet. Die verrekte Koen met zijn aansteken. Nou ja,... dat koele bier smaakte best, nà elke
borrel. "Mens wa wilde met zo'n hitte...".
Die Koen, wat kon die een drank verstouwen,... och hij was ook elke dag in training, die sjikkerde wat af.
Meestentijds deed hij, Mels, het maar met die borrels die de vrouw schonk. Dat was wel zo voordelig,... nou ja,...
af en toe vergat hij zich weleens.
Helemaal aan de drank was het tegenvallen van de koe echter niet te wijten. Er kwam ook een stuk onkunde
bij. Wat hadden ze helemaal verstand van slachtkoeien kopen. Ze waren immers van huis uit varkensslager. Door
de oorlog die alles overhoop had gegooid, waren runderslagers varkens gaan slachten en verkopen en van de
weeromstuit zij rundvlees, zo zat dat.
In het begin liep rundvlees nog niet zo hard bij de spekkers. Dus kochten ze van een collega een bout rundvlees
of slechts stukken die ze kwijt konden. Toen het wat beter op gang kwam met de rundvleesverkoop dachten ze
voordeliger uit te zijn als ze samen met een andere vroegere spekker runderen gingen kopen en slachten. Zomers
was dat zeker beter. In een ijskast bleef het vlees niet al te lang vers.
Zo waren Mels en Koen toch slachtmaten gebleven. Ondanks al de streken die Koen Mels had geleverd. Varkens?
Daar draaiden ze de hand niet voor om. Maar hoe een koe te slachten, daar hadden ze geen greintje verstand van.
Koeien kopen op de boer viel ook niet mee, maar al doende... Voor het feitelijke runderslachten waren ze dus op
Jan en Kees Ligtelijn aangewezen. Die kon je huren als loonslachter. Net als hun collega's. De Hommel en De Kuit,
ongelooflijke zatlappen, die van knappe slagerszoons door onlesbare dorst tot randfiguren waren geworden. Waren
ze nuchter dan waren ze meesters in hun vak. Ze leefden van de hand in de tand.
Uitbenen en uitsnijden hadden de spekslagers al wat in de distributietijd van 1917/18 geleerd. In een paar
winkels werd het vlees toen op de bon voor gezamenlijke rekening centraal verkocht. Achteraf, zoals altijd, een
pracht van een tijd en nog voordelig bovendien, want er werd behoorlijk winst gemaakt met lage kosten...