met sal manassen achterom kijken

(arcana studio) #1

je die vaars van Jansen, of de os van Pietersen, of die, of die?" Dat zijn de namen van de mensen bij wie hij ze in
het voorjaar heeft ingekocht. Beiden praten echter over dezelfde dieren. 't Is bijna niet te geloven.
Duidelijk zichtbaar genieten ze alletwee van dit loven en bieden, waarbij ze elkaar af en toe ferm in de hand
klappen. Dat hoort er ook bij! Opeens hoor je... "geluk... zegen met de beesten" ten teken dat de koop is bezegeld.
Voor ons kinderen is dat het belangrijkste. Van blijdschap kunnen we haast niet stil zitten, want Florestijn is een
"goeie"... van hem komt bij het betalen later thuis van elke koe een rijksdaalder in de spaarpotten. Anderen schui-
ven hoogstens een kwartje af.
Toen ik groter was geworden legde Vader me uit dat mensen zoals deze Florestijn niet alleen vanwege de rijks-
daalder fooi zo'n "goeie" was, maar dat je bij al dergelijke mensen met een goede veekennis doorgaans het beste
"de kost kon verdienen". Dat wil zeggen: met zulke mensen is het goed handeldrijven. Echte koopjes kreeg je niet
bij hen, zelden echter betaalde je meer dan de middenprijs en het belangrijkste was werkelijke goede kwaliteit te
hebben gekocht. "Altijd komt het vee van die mens naar je toe", placht hij te zeggen. Zulke kostbare lessen werden
zo tussen neus en lippen gegeven. Ze staan me nog levendig voor de geest.
Soms werd er geen overeenstemming over de koppels bereikt. Er werd niet gekocht. Het kon verschillende
oorzaken hebben... beider schattingen en/of kiloprijzen liepen te ver uiteen, maar er kon ook al een ander zijn
geweest die te veel had geboden: de verkoper "op het paard had gezet".
Dit overbieden deden sommige kooplui als ze er bijna zeker van waren toch niet te behoren tot de gewilde kopers
en wisten dat de "vaste" kopers eerdaags zouden komen opdagen. Om dan de handel voor dezen te verpesten. Als
ze later vernamen dat die veehouder zijn vee niet had verkocht, kwamen ze terug om veel minder dan hun aan-
vankelijke bod te bieden. Ze hadden dan "de broek opgetrokken" was de uitdrukking. Maar het is menig koopman
"dun door de broek gelopen" als ze bij het eerste bezoek van de veehouder "op de rug geluk kregen" eer ze van het
erf waren, want deze mensen waren vaak "niet van gisteren" als ze in de gaten hadden dat de betreffende koopman
hun had overboden.
Vader echter ging zelden bij Florestijn weg zonder iets te kopen. Dat was beneden hun stand. Konden ze het
niet eens worden over de koop van een paar koppels, dan duidde Vader enkele dieren aan uit bijvoorbeeld het
koeienkamp en dan waren ze het over de prijs daarvan wonderwel snel eens.
De tactiek was soms niet al je kruit ineens te verschieten en andere mogelijkheden achter de hand te houden.
Een van die manieren was om de z.g. "slechtsten" uit een koppel te kopen zodat de man een -volgens jouw zeggen-
gelijkmatiger koppel over hield, of je deed een lokbod... manieren te over om een verkoper uit de tent te lokken.
Goede inkopers behoren veel pijlen op hun boog te hebben.
In onze streek ging het in die jaren bijna bij iedere grote veehouder zo toe. Het decor mocht wat anders zijn,
maar meestal ging het op de omschreven wijze toe. Niet elk jaar kwam het tot handel op dezelfde boerderijen. Bij
Florestijn echter had Vader vast een wit voetje. Het kwam voor dat Vader helemaal geen vee bij hem in voorkoop
had en dan kwam toch met de post plots een briefkaart: "Bennie. Volgende week stuur ik met de Postiljon woensdag
een os en een vaars naar je toe. Zonder tegenbericht. Groeten. F." De Postiljon was de dagelijkse beurtvaartboot
van Tiel naar Nijmegen v.v.
De reden waarom lag dan meestal in te grote droogte, waardoor vee moest worden geruimd of andere kooplui
wilden "niks geven". Tegenbericht gaf Vader zelden. Hij ontving de dieren. Deze handel zat altijd steengoed. De

Free download pdf