met sal manassen achterom kijken

(arcana studio) #1

Een groot aantal stuks slachtvee in één koop was maar bij enkele vaste veehouders mogelijk. Al hadden veel
van deze mensen grote veebeslagen, ze gaven er de voorkeur aan slechts enkele exemplaren tegelijk te verkopen
aan huis of op de markt. Het voordeel ervan bestond uit het feit dat deze mensen altijd wel iets te verkopen
hadden, wat in de winter een gemak was. Zulke handel was overzichtelijk maar minder avontuurlijk. Het leuke bij
deze handel was het thuis komen met een of meer kippen, mandje eieren of iets anders in natura, hetgeen was
"toebescheiden". Wilde een verkoper niet lager met geld gaan en de bieder wilde niet meer geld kwijt terwijl hij de
handel wel zag zitten, dan werd op een paar kippen of iets anders gewezen en gezegd: "goed ik zal jouw prijs
geven, als je er een paar kippen bij doet". Dat wilde nogal eens lukken. Het initiatief ging soms ook van verkopers
uit.
Ondanks zijn goede relaties zag Vader niet altijd de handel bij de boeren thuis zo zitten. Door slecht weer was
de grasgroei minder en vielen de gewichten tegen of andere oorzaken zoals het voorgaan van anderen bij vaste
relaties. Liever dan de tijd zoek brengen met proberen bij vreemden te kopen ging hij naar de markt. In de zomer
was dat gemakkelijk op maandag in Tiel. In de wintertijd echter ging hij naar Rotterdam, waar hij op maandag in
de namiddag per trein heenreisde, in Hotel Coomans sliep om voor dag en dauw op de markt te zijn om vroeg te
kunnen inkopen. De dieren gingen dan dezelfde morgen op de Nijmeegse boot en arriveerden tegen twee uur op
de loswal aan de Ophemertsedijk, daar waar nu nog een ijzeren hek met dito ringen staat.
Vaders voorliefde ging uit naar ossen, die in grote aantallen in Rotterdam werden gemarkt. Al spoedig had hij
ook daar vaste relaties waarvan hij graag "spoelingsossen" kocht. Dieren welke met spoeling -een afvalprodukt
van het graan waaruit alcohol was gestookt in Schiedam- waren gemest. Vooral in Overschie en omgeving werd
dit veel toegepast. Door dit krachtvoedsel waren de dieren loodzwaar en ondanks de enorm goede bevleesdheid
van de toenmalige ossen zat er ook een flinke hoeveelheid "los" vet in. In die jaren was in onze streek de vraag
naar vet groot. Het bracht een redelijk hoge prijs op, zodat dieren met veel vet extra winst opleverden.
Hoe aantrekkelijk en profijtelijk bovendien Vader de Rotterdamse markt ook vond toch trok hem het avontuur
van 's zomers grote aantallen in een koop enorm.
Naast al die goede adressen in de Betuwe had hij er een in Wamel -in het Maas en Waalse van waaruit hij
geboortig was- dat hem bijzonder aantrok. Dat was zijn vriend Frans Rutten en hun betrokkenheid met elkaar
stamde uit de tijd van hun vaders die eveneens flink met elkaar handelden. Frans was op de dag af tien jaar ouder
dan Vader en ze stierven beiden in hetzelfde jaar.
Nooit of te nimmer zou Vader door Wamel komen zonder even bij "De Rut" aan te wippen. Had die zelf geen
handel, dan wist hij bij anderen meestal wel iets. De Rut was een actief man. In de eerste plaats had hij Hotel De
Gouden Leeuw, waar moeder met een paar dochters de scepter zwaaide, en hoe! Dan had hij een fors boerenbedrijf
met een complex stallen en schuren voor opslag, rundvee, varkens en paarden. Altijd stonden er hengsten en
stieren ter dekking. Aan de overkant van de Dorpsstraat waren de loodsen van de grote fouragehandel en in de
zomerdag was hij in zijn eigen kampen -daar loopt nu de Heemstraweg doorheen- een grote vetweider.
Werken als een boer deed Rutten niet, altijd keurig in het pak en met een das voor en zoals hij eruit zag was hij
ook: een mijnheer! Dan wel niet met zijn handen, maar druk bezig was hij immer en was hij niet bezig voor de
eigen bedrijven dan was hij druk met het kerkbestuur, wethouderschap van Wamel en wat dies meer zij. Maar
koopman was hij tot in de toppen van zijn vingers en duidelijk een beste organisator, manager zou men

Free download pdf