met sal manassen achterom kijken

(arcana studio) #1

't KARRETJE


Vier jaar ben ik. Gauw word ik vijf. Het is warm buiten in de zomerse julizon. Ik speel met mijn karretje op de
stoep van Vaders slagerij, dan maar weer zo midden op straat. Dat kan, want auto's zijn zeldzaam. Paardenvoer-
tuigen kondigen zich lang genoeg van te voren aan op de hotsebotsende straatkeien. Schaarse fietsers kijken wel
uit, zien zo'n jochie best. Rijden om hem heen.
Diepverzonken in mijn spel met de prollewagen trek ik hem voort langs de straat, me verbeeldend met wie-weet-
wat-voor mooi rijtuig ik rijd en zelf het paard te zijn.
Even later keer ik het om. Ga op de grond zitten om met de wielen te rommelen, na een poosje zet ik het weer
op de wielen. Ik ga er in zitten, doe of ik wil weg rijden en roep al "Vort perd" en dan ineens,... gossiemikkie... en
krak, het wagentje heeft het begeven. Het valt grotendeels uit elkaar.
Beteuterd kruip ik uit de wrakstukken, wil beginnen met huilen, maar dan..., dan kijk ik of een der ouders me
ziet. De schrik slaat me om het hart, want ik denk aan de laatste Sinterklaas..

In mijn hansopje kom ik aan Moeders rokken de kamer in. Frisgewassen in de teil voor het warme fornuis in
de keuken. Van badkamers is nog weinig sprake in die tijd.
In de hoek -in de schaduw van de zware eikenhouten meubels- staat de grote witte mand. Onder het deksel
steekt iets langs uit? "Da's de roei", flitst het door mijn angstige koppie en vaster klem ik me aan Moeders rok.
De mand is volgeladen met De Kadootjes. Dat het gewoon de fietsmand is waarmee de fietsjongen het vlees
rondbrengt, zie ik vanzelf nog niet. Daar ben ik te klein voor en daarvoor is het geloof in de Goedheiligman veel
te groot.
Onbevreesd maken de grotere zusjes de mand open. Dansend halen ze er hun kadootjes uit. Langzaam vermin-
dert ook bij mij de spanning. Waag me voorzichtig bij de mand. De zwaar gevreesde roe blijkt de trekstang van het
vurig gewenst wagentje te zijn..., "het trekwagentje..., de prollenkar". En die is nu kapot.

Net als vele kleine jongetjes moet ik weten hoe alles in elkaar zit. Al het bewegende speelgoed wordt dus grondig
gesloopt en dan is het "mam,...gepot".
Om die reden was bij het karretje een berijmd briefje dat Moeder voorleest. Er wordt in dat rijmpje met strenge
straf gedreigd als voortijdig mooi duur speelgoed stuk gaat,... of stuk wordt gemaakt.
Op die warme mooie julidag komt me dat weer helemaal voor de geest. En misschien nog meer de plechtige
belofte voor de schoorsteen,... met de vinger in de mond, om "nooit meer iets stuk te maken".
Is het de straf in het vooruitzicht? Of is het kapotte karretje de oorzaak? Wie zal het zeggen. De tranen biggelen
me in elk geval langs de wangen en net als ik luidkeels wil huilen klaart als bij toverslag mijn gezicht op,... kijk
omzichtig om me heen,... of niemand me ziet en stap dan rap naar de werkplaats van "oom timmerman" die drie
huizen verderop lustig staat te timmeren.
Die ziet meteen wat er met dat kleine manneke met betraande koontjes aan de hand is. De wrakstukken van
het karretje spreken ook duidelijke taal. In een oogopslag ziet hij de oorzaak van het grote kinderleed. "Wach maor
Free download pdf