met sal manassen achterom kijken

(arcana studio) #1

gesneden. Een uitgekookte jongen. Een echte koopman die winst maken als doel had. Hij verkocht van alles en
was een matador in vleeswarenbereiding. Naast zijn zeer drukke winkelnering verkocht hij rookspek en worst-
soorten aan kleine winkeltjes op dorpen en aan parlevinkers die op de Waal schippers van de nodige leeftocht
voorzagen.
Wout gaf niks weg. Daar had Ome Hannus wat van kunnen leren. Al mooi op weg een gezeten burger te worden
overleed hij vrij plotseling vlak voor het uitbreken van de oorlog in 1914. Zijn tweede vrouw zorgde uitstekend
voor het grootbrengen van de kinderen der eerste en was minstens zo uitgekiend in zaken als haar overleden
man.
Op een donderdagmorgen bij de koffie vertelt Willem "'t Zeugje" dat Wouter Jager die week 26 varkens had
geslacht, wij maar 22. Dat vond hij maar niks. Minder? Nee dat moest meer zijn! Dat was onze eer te na. Ome
Hannus kijkt eens om zich heen naar de voorraad en beslist: "er is vlees zat!" Dat zinde Willem geenszins, dus
maar zeuren. Eerst bij Vader dan bij Moeder. Het blijft nee, vlees genoeg. Weer zeuren bij moeder... een vent van
ver in de twintig. Vader is de baas, hij weet toch wel...
De jaloerse Willem zou en moest zijn zin doordrijven. Hij zon op middelen. Geen nood. Hij verstopte in manden
hammen en ribben in de schuur. Vrijdagmorgen grijpt Ome Hannus die lendekarbonaden nodig had mis... slechts
een paar ribben maar zonder de lende eraan. Hammen ziet hij ook haast niet. Meteen roept hij zijn bevel "de pot
aan maken" (voor het koken van water) naar achteren. Ook roept hij om onmiddellijk de zes varkens, die altijd in
de stal aanwezig zijn als stootvoorraad, te gaan slachten.
Ziezo, Wimke had zijn zin. Meer geslacht dan Wout Jager! Hij glundert van blijdschap en staat voortdurend in
zijn handen te wrijven, een akelige nare onhebbelijkheid van hem En Pa had nergens erg in. Dat zoonlief hem zo
beet kon nemen. Maar uitkomen deed het, weggestopt vlees meldt zich op den duur vanzelf als het gaat bederven!
Toen het voor de dag kwam heeft het bij Ome Hannus wel effe gekruld. Reken maar.
Zo ging het daar met van alles toe. Weliswaar at de arbeidende bevolking in die jaren veel spek en vet, maar bij
zulke forse aantallen varkens raakten ze bij Van Keulen niet alle zijden spek kwijt. Dat lag ook aan het jaargetijde.
Wat over was ging "de kelder in". Wegzouten voor rookspek. Meer regel dan uitzondering wogen die zijden spek
toen 25 kilo per stuk. Vaak zaten alle slagers "tot de nek" in het spek. Ze werden door opkopers van buiten de
stad hiervan verlost. Het werd aan het station geladen in wagons en met dik zout ertussen (niet zo duur!) naar
het Duitse Roergebied verzonden. Slagers met meer handelsgeest kregen betere prijzen dan anderen, die toch ook
door kwaliteit en de vraag in Duitsland werden bepaald.
In de stad zelf waren ook een paar kooplui die spek voor de prijs bij slagers kochten en dit in de kruideniers-
winkeltjes buiten verkochten of het zelf in dorpen uitgingen venten. Karel Veenendaal grossierde in kaas en Dove
Dit (Spies) ventte met vis, fruit, enz. Als de slacht bij buitenmensen op was, waren zij de kopers. Hun drukste tijd
viel tussen mei en november, de slachtmaand. Kwamen deze kooplui uit zichzelf, dan boden ze meestal een goede
prijs. Maar o wee, als je hen liet roepen... ze droogden je af waar je bij stond.
Karel Veenendaal was een meester in dit spel. Omdat hij vaak met vaste mensen zaken deed, had hij er een
handje van zo lang mogelijk te wachten alvorens naar iemand toe te gaan...
Op een gegeven ogenblik zit hij werkelijk verlegen om goed spek. De kuipen in zijn magazijn zijn bijna leeg.
Wetende bij Ome Hannus altijd genoeg en prima spek te kunnen vinden gaat hij daar eens neuzen. Hoewel de

Free download pdf