kelder bijna vol zit zegt Van Keulen amper genoeg voor eigen bedrijf te hebben. Had hij zijn koppie nu maar
gebruikt... Hij wist toch dat Karel, als uit zichzelf kwam, verlegen zat en dat hij dus een goede prijs zou kunnen
maken... niks hoor.
Veertien dagen later kan Dirk, die belast is met het spek wegzouten, geen zij spek meer in de kelder kwijt. "Ik
kon er gin vuis meer tusse steken ..." vertelde hij jaren later. Ome Hannus stuurt een jongen naar Veenendaal,
die glashard de boodschap mee terug geeft allang ergens anders voldoende spek te hebben gekocht. In werkelijk-
heid was hij er dodelijk verlegen om.
Dan wordt Dove Dit geroepen. Ook voorraad zat. Dus weer een boodschap naar Veenendaal. Zeg er maar bij dat
het zo mooi is als Veenendaal nog nooit heeft gezien. "'K heb geen tijd", zegt de slimme vos tegen de jongen, "as ik
in de buurt kom za'k is komme kijke." En een paar dagen later gaat hij inderdaad. Kijkt de kelder in en ziet dat
daar beste handel ligt. "Wat moet 'k ermee?", zegt hij en fantaseert juist een grote partij te hebben gekocht. Hij
biedt zelfs geen cent. Ome Hannus put zich uit in het aanprijzen van de waar. Karel blijft onbewogen en loopt naar
buiten overwegend hoe lang hij dat spel van kat en muis kan volhouden.
Van Keulen loopt hem op straat achterna -stom natuurlijk, maar hij was nu eenmaal een koopman van de koude
grond- en dwingt Karel haast om te bieden, die dan met een afschuwelijk laag bod voor de dag komt, zeggend een
pakhuis vol te hebben. De tranen springen Ome Hannus zowat in de ogen over zo'n rot lage prijs, maar wat moet-
ie, er kan niks meer bij in de kelder en wat nog erger is: de portefeuille is ook haast leeg en er zijn boeren die op
betalen aandringen, die willen geld zien. "Da's veel en veel te weinig", zegt hij nog. Karel waagt het om het spel
nog wat te rekken: "adde ut er niet voor doen wil, even goeie vrinde, dan maar een andere keer" echter ziende dat
het Van Keulen ernst is om geluk te geven slaat hij in de opengehouden hand en is de koop bezegeld. "Vanmiddag
laat ik het de knecht met de wagen wel halen" en uiterlijk onbewogen maar inwendig gnuivend om de reuze slag
die hij had geslagen loopt hij naar huis. "Vanmiddag voor den eten een borreltje extra," zegt hij tegen zijn vrouw
als hij van zijn wedervaren vertelt.
Heel vaak ging het zo bij Ome Hannus. Was de prijs goed, dan wilde hij niet verkopen. Stikte hij er zowat in dan
kreeg hij een slechte prijs. Dat kan ook haast niet anders bij mensen die veel willen slachten, slechte kooplui zijn
bovendien en geen notie hebben hoe je het moet aanleggen lonende prijzen te maken voor een redelijke winst.
Van zoiets had schoonzoon Teunis Bennink uit het vlakbije Zoelen meer begrip. Met een heel wat kleinere omzet
in zijn goede dorpsslagerij wist deze uitstekende vakman en rekenaar een veel betere winst te maken. Hij zat er
warmpjes bij. Hij kwam altijd naar Tiel om bij "Opa" de runderen en kalveren te slachten, want als rasechte
varkensslagers konden de Van Keulens daar weinig van. Lang nadat Ome Hannus al uit de tijd was deed Teunis
voor zwager Willem dit werk en hij hield er pas mee op toen op het inmiddels gekomen Openbare Slachthuis dit
werk door loonslachters werd overgenomen. Toen was hij ook al op een leeftijd om, bij gebrek aan een eigen
opvolger, de zaak over te doen.
De belachelijke manier van zaken bij Van Keulen doen werd rond de Paasweek het meest naar buiten toe gede-
monstreerd. Van Keulen verkocht het hele jaar door uitstekend kwaliteit. Toch moest daarop met Pasen nog eens
zwaar de nadruk worden gelegd. Dus werden door Dirk Keij op de Tielse paasveetentoonstelling beste en vooral
(te) dure prijswinnaars gekocht. In die week hingen dan in plaats van worst de vele grote kaarten van de
arcana studio
(arcana studio)
#1