met sal manassen achterom kijken

(arcana studio) #1

GEEN EERLIJK SPEL


In dit verhaal, dat ongeveer in 1934 speelt, zijn, omdat het nu niet bepaald een fraaie gebeurtenis was, sommige
hoofdrolspelers met gefingeerde namen aangeduid. Uiteindelijk waren betrokkenen helemaal geen echte slechte-
rikken. De gelegenheid maakt soms de dief, wat lang niet iedereen voor zichzelf erkent. En denk er om, in die
crisistijd rond 1933 en verdere jaren was geld een erg schaars artikel.
30% Crisistoeslag plus accijns op runderen en 12 cent per kilo op varkens was toen een boel geld. De 10%
accijns die jarenlang een zware belasting op rundvlees vormde is in de distributietijd verdwenen en nooit meer
ingevoerd. Laten we mekaar geen mietje noemen... ontduiken van belasting, van accijns of iets stiekem meesmok-
kelen over de grens is ons Nederlanders ingebakken. Vrijwel niemand vindt dit een ernstig vergrijp. Er wordt
dikwijls over opgeschept... maar het kastje moet wel bij de muur blijven... en als je gesnapt wordt kan je dat duur
komen te staan. Dit stiekeme zondigen houdt natuurlijk niet op bij onze landsgrens. In het buitenland is men er
even tuk op. In sommige landen wordt belastingontduiking tot de Nationale deugd gerekend. Of ondeugd?
Moraliseren over zulk onwettig gedrag heeft weinig zin. Veel mensen vinden wel dat dit niet al te grootse
vormen moet aannemen of dat daarbij gemene trucs worden uitgehaald. Dan komt de publieke opinie danig in
opstand. Zoals in dit onderhavig geval.
Ontduiking van die zware crisisheffing op vlees was in 1933-1934 een lucratieve zaak. Bij stiekem thuis slach-
ten in plaats van op het Slachthuis was naast het ontduiken van de toeslag ook het slacht- en keurloon te verdie-
nen. De winst bij een rund draaide om zo'n ƒ 50 en bij een varken om tenminste ƒ 20. Met dit gesmokkel was een
bom geld te verdienen. Bedenk daarbij dat iemand die een baan had met ƒ 20 tot 30 thuis kwam en een steun-
trekker ƒ 15. Erg verleidelijk.
Mijn twee collega's Van Binnen en Van Tol zagen die winst duidelijk zitten. Op ontdekking van de, naar wat zij
dachten waterdichte, werkwijze was niet gerekend. Ze gingen zeer voorzichtig te werk. Maar ze zijn toch van een
koude kermis thuis gekomen. Want een heel klein gemaakt foutje maakte een plotseling einde aan hun lange tijd
zelfs zeer goed verlopende handelwijze.
Op een maandagmorgen levert Karel van boer Veemans 6 beste varkens af op het Openbaar Slachthuis bestemd
voor slager Van Tol. Na het wegen laat Karel zich ontvallen:
"hè, dat valt me tegen, ik had gedacht dat deze varkens zwaarder zouden wegen dan die van donderdag, die ik
naar Van Tol bracht."
"Donderdag?", denkt halknecht, waagmeester Johan, "donderdag? Da's geen zuivere koffie. 'k Heb donderdag
voor Van Tol geen varkens gewogen." En hij overtuigt zich in het weegboek: "voor niemand!" Bovendien weten ze
op het kantoor bij navraag zeker dat Van Tol afgelopen donderdag niet heeft geslacht. Dus zegt keurmeester
Halstein: "Jongens, dat is fout." en in een snelle reactie waarschuwt hij de directeur, stuurt de halknecht vlug
achter Karel aan die net van het terrein wil rijden en houdt hem staande. De directeur vraagt dan gemoedelijk
aan Karel die nergens erg in heeft: "waar zijn die varkens van Van Tol donderdag gewogen?" De van de prins geen
kwaad wetende man vertelt dat de varkens die keer bij Van de Berg op de Varkensmarkt in de Waag zijn gewogen
en dat de varkens bij Van Tol zijn thuis gebracht.
Free download pdf