met sal manassen achterom kijken

"Oh, juist, da's dan opgelost. Bedankt. Sorry dat ik je heb opgehouden," zegt Ten Broek en snel springen ze in
de auto en staan 2 minuten later bij Van Tol voor de deur. In de auto zegt Halstein: "'t zou me helemaal niet
verwonderen als Van Binnen hier ook tussen zit... 'k Heb zo het gevoel tenminste, ze zijn tegenwoordig zulke
dikke maatjes, doen zoveel samen, terwijl ze elkaar eerst wel dood konden kijken. Dat zit fout met allebei."
Ze stappen doodbedaard zonder enig vertoon uit de auto en bij Van Tol naar binnen als gold het een normale
routinecontrole die elke maand plaatsvindt.
Van Tol kijkt even vreemd op, zijn hart slaat een paar slagen over, maar het lijkt op het gewone inspectiebezoek,
dus heeft hij zichzelf meteen in bedwang en gaat verder klanten te helpen, terwijl hij bij zichzelf vaststelt: "niks
aan de hand, ze kunnen niks vinden, alles is gestempeld." De keurmeesters inspecteren echt grondig, eerst de
winkel, dan de werkplaats, de koelcellen en de kelder. Ze wijzen wat aan in de pekelbakken. Alle zijden spek
worden gekeerd en bekeken en even later verdwijnt Halstein door de achterdeur om bij Van Binnen te gaan kijken
in een andere straat. Ten Broek treuzelt achter wat rond en stapt de winkel weer binnen waar Van Tol druk
doende is met klanten helpen. Want het is druk. Het is 's maandags altijd zo en dit langdurige wachten komt Ten
Broek dus prima gelegen zodat Halstein tijd voor de andere controle heeft.
Van Tol blijft uiterlijk volkomen rustig bezig al knijpt hij 'm toch een beetje omdat Ten Broek maar blijft hangen.
Hij kan er geen touw aan vast knopen waarom Ten Broek niet weggaat, maar integendeel heel ontspannen met
hem napraat over de voetbalwedstrijd van gisteren Theole-Vitesse die de thuisclub met 2-0 won. Beiden zijn fer-
vente Theole-aanhangers. Van Tol begint zich daardoor steeds geruster te voelen met de gedachte
"vinden? Ze kunnen niks vinden, er is geen ongestempeld stukje vlees in huis," en zich daarmee troostend gaat
hij rustig de volgende klant helpen. Maar dan is er opeens volop actie...
Met gierende banden houdt een auto stil voor de deur waaruit Halstein, collega Van Binnen en twee politieman-
nen stappen en naar de deur lopen, de winkel in, waar gelukkig net de laatste klant vertrok. Een agent doet de
deur op slot. "Foute boel", begrijpt Van Tol, maar hij slaagt er in kalm te blijven en met het air van "niks aan de
hand" vraagt hij wat dat allemaal moet. Hij heeft donders goed in de gaten dat het helemaal mis is, want Van
Binnen ziet lijkwit en vreet zijn sigaret half op. Om geen opzien te baren noodt hij het hele gezelschap de achter
de winkel liggende woonkamer binnen en Ten Broek brandt meteen los:
"Meneer Van Tol u heeft afgelopen donderdag clandestien geslacht."
"Niks hoor, hoe komt u er bij ..."
"U heeft donderdag 6 varkens van boer Veemans ontvangen en deze hier in uw werkplaats geslacht", gaat Ten
Broek onverbiddelijk voort en bluft bij het knikje van Halstein:
"en meneer Van Binnen weet er ook meer van, vast heeft hij ook mee gedaan..."
"Man hoe komde er bij", komt uit Van Tols mond, "da's helemaal niet waar, dat weet u wel beter, ga weg, ik?
Clandestien slachten? Niks hoor, dat zullen wel praatjes zijn, u kunt wel zoveel zeggen, da zulde motte bewijzen,
ge het met zijn tweeën overal rondgeneusd, en niks gevonde." Wat brutaler voegt hij er nog aan toe, "hier in huis
is alles gestempeld."
"En dat is het nu juist", neemt Halstein het over en maakt het pak, waar Van Tol geen erg in heeft gehad, open:
"Kijk Van Tol op deze kinnebak staat hetzelfde stempel als op de meeste zijden spek in uw kelder, ja, kijk maar
goed, hier staat Tiel en niet Tiel C, waarmee op het Slachthuis alles wordt gestempeld." Hij vervolgt: het stempel