Figuur 66 – Belgisch soldaat bij de bezetting van het Rijnland.
Gewond en schade aan de longen.
Adriaan van Gils behoort tot de gelukkigen die de verschrikking van de afgelopen vier jaar heeft
overleeft. Buiten zijn verwonding aan de linkerschouder in 1914 wordt er in de familie beweerd dat hij
aan het front ‘van de gas gepakt was’. Helaas is er in zijn militair dossier niets van terug te vinden. Er
zou immers een lange periode van afwezigheid aan moeten gekoppeld zijn. Experten op het vlak van
gasaanvallen zijn zeer voorzichtig in hun uitspraken.
Eén van die specialisten, Francis Deckx, geeft volgende verklaring:
“Voor de korte periode die hij afwezig was aan het front, kan dit niet te wijten zijn aan de gevolgen van
gas indicatie. Wij denken eerder aan hersenvliesontsteking of in die periode het meest voorkomende is
longontsteking. Vele soldaten zouden in die periode te kampen hebben gehad met aandoening aan de
longen, dit is te wijten aan de leefomstandigheden aan het IJzerfront. Vele soldaten zouden later nog
gevolgen dragen van deze ziekte (vergelijkbaar met stoflongen van een mijnwerker). Zodoende dat de
meeste soldaten met die chronische aandoening vaak gekenmerkt werden met de woorden "Hij was
gepakt door de gas" wat vaak niet juist was.”
Wat ook de oorzaak was, hij zou de rest van zijn leven last hebben gehad van de longaandoening
opgelopen tijdens zijn verblijf aan het front.