weten, maar ik hoef alleen niet aan den
lijve te ondervinden hoe andere mensen
leven, wonen en eten. Het kost me simpel-
weg te veel energie om me aan te passen
en te acclimatiseren, wat ook te maken
heeft met dat ik meteen bij aankomst wil
weten waar alles is, hoe alles werkt en
waar alles staat. Zo niet, dan word ik
onrustig en functioneer ik al helemaal
niet. Daarom is een verblijf op vier uur
rijden van huis voor mij eigenlijk het
maximaal haalbare. De auto is een must,
want ik wil terug kunnen wanneer ik
wil. En op langer dan vier uur rijden
veranderen de mensen, gewoontes,
manieren, omgeving en taal zodanig, dat
het voor mij geen optie meer is.”
DOODMOE
“Mijn man en ik hebben inmiddels
afgesproken dat ik een bestemming prik –
wat ik meestal blind doe, omdat het me
toch niet veel uitmaakt – en we niet
langer dan tien dagen, inclusief reisdagen,
weg zijn. Daarvan ben ik dus de eerste
drie druk met het leren kennen van mijn
omgeving, en de laatste drie voel ik me
verdrietig, omdat ik naar huis wil.
Houden we de middelste twee dagen over
die ik nog wel redelijk leuk vind,
aangezien ik dan zie hoe gelukkig mijn
gezin is. Dan heb ik bij thuiskomst een
baal was om weg te werken, kost het me
veel tijd en energie om alle spullen uit de
auto weer een plek in huis te geven en
ben ik qua werk dagen bezig om de
achterstand bij te werken. Aan het eind
van het liedje ben ik dus veel vermoeider
dan toen ik wegging en zit ik ook nog
eens met een lege bankrekening. Het
enige goede aan vakantie is dat mijn gezin
er blij van wordt, maar dat is meteen ook
de enige reden waarom ik überhaupt nog
op vakantie ga. Want als het aan mij zou
liggen, bleven we voortaan thuis.”
“EEN PAAR JAAR
geleden ging ik op
reis naar Nepal. Nu
denk ik dat het in
een vlaag van
verstandsverbijstering
moet zijn geweest,
maar toen deed ik het
omdat het een land zou zijn waar je, aldus
anderen, tot rust en tot jezelf zou komen.
Dat sprak me aan, dus het plan was om
vier weken weg te blijven. Nou, ik heb het
precies een week volgehouden, en dat was
nog met veel moeite. De cultuur kon me
niet boeien, ik vond het lastig dat ik de
taal niet sprak en me daarom niet goed
kon uitdrukken, en ik was doodsbang ziek
te worden van het eten. Dus bracht ik het
grootste gedeelte van die zeven dagen op
mijn hotelkamer door, skypend met het
thuisfront, levend op McDonald’s-frietjes
en de Sultana’s waarmee ik mijn rugzak
had volgestopt. Pas op het moment dat ik
had besloten dat dit gekkenwerk was en ik
zag dat er per direct een vlucht terug was,
hervond ik mijn rust en begon ik me weer
wat beter te voelen. Achteraf gezien had ik
kunnen weten dat het een drama zou
worden. Ik heb namelijk nooit van
vakantie gehouden. Als kind was ik,
waarschijnlijk van de zenuwen,
gegarandeerd een week voordat we zouden
afreizen ziek, om ter plekke aan één stuk
door doodongelukkig te zijn. Met als
gevolg dat de drie weken vaak moesten
worden ingekort tot tien dagen omdat ik
per se naar huis wilde. Het is dat ik het
mijn man en kinderen niet wil aandoen
om nooit met vakantie te gaan, maar
anders wist ik het wel.”
INPAKDRAMA
“Het begint al met de zogenaamde voor-
pret. Aangezien ik geen plezier aan vakan-
tie beleef, heb ik die niet. In tegenstelling
tot de andere mensen op deze wereld, die
in de aanloop naar de zomer over niets
anders meer kunnen praten dan over waar
ze hoelang naartoe gaan en hoe heerlijk
dat wel niet is. In deze periode vermijd ik
bijvoorbeeld ook de kapper, omdat ik weet
dat ik daar moet uitleggen dat ik vakantie
niet zie als iets om naar uit te kijken en
allerlei goedbedoelde adviezen moet aan-
horen over hoe ik het wél leuk kan gaan
vinden. Vervolgens dient het hoofdstuk
‘inpakken’ zich aan. Om op het vakantie-
adres niets van mijn eigen spullen te mis-
sen, heb ik altijd ontzettend veel bij me.
Uiteraard mijn eigen beddengoed, maar
ook mijn eigen bestek, servies en pannen.
Zelfs mijn eigen pennen en schaar gaan
mee, omdat andere pennen en scharen niet
lekker schrijven en knippen. En dan heb ik
het nog niet eens over de boodschappen.
Omdat ik dus bang ben ziek te worden en
omdat ik het nou eenmaal prettig vind
om mijn vertrouwde dingen te eten, horen
hagelslag, ontbijtkoek, chocomelk, mayo-
naise en ga zo maar door, allemaal tot de
standaardlading bagage. En ja, dan zullen
ze in Spanje best tapas hebben, zoals men-
sen tegenwerpen als ik vertel over mijn
voedselvoorraad, maar in het buitenland
eet ik uit principe geen verse producten,
vlees, vis of zuivel. Tenslotte is er nog het
weer. Ik kan niet tegen hitte, houd abso-
luut niet van de zon en vind al die mensen
die opeens in zwembroek winkels binnen-
lopen en met hun bezwete lichamen te
dicht bij me komen staan, bloedirritant.
Denk nu alleen niet dat ik dan maar op
wintersport moet gaan. Want ook dat
hoeft van mij niet.”
GEK OP SLEUR
“Ik weet dat een paar weken op de cam-
ping of aan het strand voor anderen een
manier is om er even lekker uit te zijn en
om bij te komen van een druk jaar. Maar
voor mij werkt het niet. Bijkomen en ont-
spannen doe ik tussendoor. Als ik het een
keer wat minder druk heb op mijn werk,
neem ik vakantie thuis door een paar
dagen heerlijk voor mezelf wat aan te
rommelen. Van dagjes weg kan ik ook
genieten. Harstikke leuk om naar de
dierentuin of een pretpark te gaan, zo lang
ik ’s avonds maar weer in mijn eigen bed
slaap. Op vakantie mis ik mijn eigen
omgeving, mijn ritme en routine gewoon
te veel. Alles is daar anders dan normaal,
terwijl ik juist gek ben op sleur. Daarom
heb ik ook geen behoefte om andere
culturen te leren kennen. Althans, ik ben
heel nieuwsgierig en wil er alles van
‘HET KOST
TE VEEL
ENERGIE OM
ME AAN TE
PASSEN’
FOTOGRAFIE
ISTOCK