Ontspullen

(pavlina) #1

Secret Cinema beschouwen als optredens van hun favoriete band. Ze reizen het
hele land door om ze te kunnen zien en verblijven in hotels vlak bij de plaats van
handeling. En de volgende dag nemen ze vrij van het werk.


Net als Punchdrunk en Bompas & Parr is Secret Cinema een heel goed
voorbeeld van hoe de belevingseconomie in de toekomst kan werken, en hoe die
nu al werkt. Het idee van de belevingseconomie werd laat in de jaren negentig
populair door twee business consultants, Joe Pine en Jim Gilmore. In een artikel
voor de Harvard Business Review, en later ook in een boek, werkten zij een
overtuigende casus uit dat elk bedrijf – ook dat van jou – belevingen moet
gebruiken om meer te verkopen aan meer mensen. Ze opperden ook dat na de
agrarische, productie en diensteneconomie de belevingseconomie een logische
ontwikkeling is van het kapitalisme. Daarmee bedoelden ze dit: het maken en
afleveren van eten en drinken waren de kenmerken die hoorden bij het
agrarische systeem en de mensen die de productiemiddelen bezaten waren de
rijksten; het maken en afleveren van materiële goederen waren de pijlers van de
productie-economie en mensen en bedrijven die de fabrieken bezaten waren het
succesvolst; met de diensteneconomie ging het precies eender – en dus zullen het
scheppen en afleveren van belevingen de essentiële kenmerken zijn van de
belevingseconomie.


Voor de duidelijkheid: het verschil tussen een dienst en een beleving is dat ze
weliswaar beide ongrijpbaar zijn, je kunt ze dus niet aanraken, maar bij een
dienst houdt het daarmee op terwijl een beleving ook is bedoeld om
gedenkwaardig te zijn. Het is iets dat je in beslag neemt, schreven Pine en
Gilmore: ‘Op een emotioneel, lichamelijk, intellectueel of zelfs spiritueel
niveau.’ Net als bij de andere aspecten van de economie is er vaak sprake van
overlap, maar met een beetje goede wil kun je het verschil wel zien. Voedsel is
een handig voorbeeld om aanschouwelijk te maken hoe elke sector weer anders
is. Als je ingrediënten koopt – zoals asperges, aardappelen en biefstuk, voor het
avondeten – is dat deel van de agrarische economie. Als je bereid voedsel koopt,
zoals kant-en-klare pizza’s, koop je geproduceerde goederen. Koop je een diner
in een restaurant, dan steun je de dienstensector. En als je in een pop-
uprestaurant eet in een voormalige vrijmetselaarsloge, of gaat picknicken op een
verlaten strand – waar je bent gedropt door een speedboot – dan geef je geld uit
in de belevingseconomie.


Het is de moeite waard om dit verschil goed te begrijpen omdat de
belevingseconomie – waarbij bedrijven van het ensceneren van gedenkwaardige,
fascinerende evenementen hun prioriteit maken – de snelst groeiende sector is.

Free download pdf