met sal manassen achterom kijken

(arcana studio) #1

gedekt en brood gegeten, waarbij talrijke goed belegde boterhammen met bekwame spoed in de kindermonden
verdwenen...
Het grootste deel van onze kindertijd verliep aldus in het warme nest in de Kerkstraat. Toch was het geen
eenrichtingsverkeer naar Tiel. Omgekeerd gingen wij in Rotterdam of in Den Haag bij de familie van Moeder
logeren terwijl in Arnhem drie zusters en een broer van Vader woonden. Daar waren we het liefst bij Oom Joop
en Tante Leen Manassen waar het al net zo'n gastvrije royale boel was als thuis. Bij tante Edie aldaar was het
minder plezierig. Zijzelf was weliswaar wat lichter dan haar man "Oom Sam" Salomons (met bijnaam "zuut--zuut",
wat hij zich regelmatig liet ontvallen als iets hem te snel afging bij zijn trage aard). Hij was erg kerks aangelegd.
Bij hen woonde de kinderloze Tante Roos -weduwe van Laar- in. Een dikke donkere zwart geklede vrouw en kerks
als de weet-ik-wat met haar scherpe tong graag kinderen en groten vermanend... Zij "opende" elke week en op
hoogtijdagen de kerk door immer als eerste aanwezig te zijn.
Een minder geliefd logeeradres was bij tante Hes en oom Eduard de Vries -een andere zus van vader- een
kinderloos echtpaar. Daar was weinig aardigs te beleven. Vroeger bewoonden ze in Wijk bij Duurstede een kruide-
nierszaak. Ze verhuisden later naar Arnhem om dichterbij hun broer en twee andere zusters te wonen. Dat was
gezelliger! Oom Bart had een klein boekhoudersbaantje en met de aanvulling van het "houden van een commen-
saal" werd wat bijverdiend.
Nee, dan was er met de neven en nichten van Moeders zijde meer vrolijks te beleven. En met hun ouders. Dat
waren opgewekte, hartelijke zakenmensen met veel ruimere "stadse" opvattingen. Kwamen neven of nichten van
deze kant 14 dagen bij ons logeren in de zomervakantie dan mochten meestal 1 of 2 van ons mee terug naar
Rotterdam of Den Haag. Bij Tante Engel op de Toussaintkade 50, Den Haag waren we het allerliefst. Ze was gehuwd
met Oom Joop Zeldenrust die een Galvanische inrichting had, waar voorwerpen van metaal verzilverd, vernikkeld,
verguld enz. werden.
Tante Engel was zo'n tante zoals uit een boek, maar die je zelden in werkelijkheid vindt. Een schat van een
vrouw. Vrolijk, altijd zingend en ondanks het drukke gezin van 4 belhamels van jongens en een meisje steeds
bereid met hen (en ons) de duinen in te trekken of naar Scheveningen te gaan. Om te wandelen, van de natuur te
genieten of pootje te baden. Dat had ze met onze Moeder gemeen... lang en ver wandelen. In die tijd -zo'n 60 jaar
terug- was het nog toegestaan op de hoogte van Meiendel te kamperen in deze duinen. Dat deden ze dan in een
grote legertent. Zelfs het grote kolenfornuis ging mee. Oom ging gewoon naar zijn werk elke morgen. Aan het eind
van de maand kwam een verhuiswagen de boel weer ophalen om naar de Toussaintkade terug te keren. Dat was
de eerste en gelijk ook de laatste keer dat ik in een tent heb geslapen.
Lekkerder eten dan bij Tante Engel, Moeders kookkunst ten spijt, was beslist onmogelijk, in puddingen maken
was ze beslist kampioen. Al was het bij de andere tantes en ooms van Moeders kant ook plezierig logeren, het
adres van Tante Engel was favoriet, want de kinderen van tante Engel hadden ongeveer onze leeftijden. Voor ons
provinciaaltjes was het vanzelfsprekend een enorme belevenis in zulke grote steden te komen. Toen was zoiets
voor de meesten van onze leeftijdsgenoten niet weggelegd. En er was wat te zien en te bekijken in die grote steden.
Rotterdam spande natuurlijk de kroon. Alles was daar kolossaal. Je kwam niet uitgekeken op die enorme markt
op de Goudse Singel, op al die grote en kleinere stoomboten op de Maas en de grote bruggen over de Maas naar de
overkant, naar Charlois of Feijenoord. En dat brengt me naar...

Free download pdf