met sal manassen achterom kijken

(arcana studio) #1
SLAGERIJ MELS
deelt zijn geachte clientèle mede aangesloten te zijn
op het Tielse telefoonnet onder
nummer xyz.
Beleefd aanbevelend, Slagerij Mels, Westluidensestraat.

Dat "beleefd aanbevelend" hoorde, nee móest erbij. Soms doen mensen dat nu nog zo. Waarschijnlijk kwam
Slager Mels op deze manier voor het eerst in aanraking met het fenomeen 'reclame'.
En dan gebeurt het. Het is twaalf uur de volgende dag. Mels neemt net de eerste slok van de borrel die vrouw
Pietje hem elke dag eigenhandig inschenkt. Dat doet ze zelf thuis. Zou Mels naar de kroeg om de hoek gaan dan
kon ze er op rekenen hem de eerste tijd niet terug te zien of met een snee door de neus. Ze kende haar pappen-
heimer en schonk thuis. Eentje..., hoogstens een tweede halfje.
"Ring... ring... ring..." rinkelt voor het eerst de telefoon.
"Hè kjel is da vurschrikke..." zegt Mels en neemt onwennig de haak op en bast helemaal van streek:
"Jao... met mijn... jao... met wie? Jao mi Mels...jao... jao... wa zeede?" Van pure zenuwen hoort hij niets. Opeens
hoort hij toch wat,...een gegrinnik en dan plotseling herkennend:
"Zij de gij da Koen?" en dan wat zekerder: "Mi Mels... ge sprik mi Mels", en van de andere kant:
"ha die Mels... bars kjel hedde gij un borreltje op?". Domweg zegt Mels dan ook nog:
"Krek geraoje... mins tis toch twaolf uur gewies... dan vat ik er toch altijd ene, maor verrek kunde de deur da
ding dan ruike ok?".
Aan de andere kant hoort hij dan een smadelijk gegrinnik en dringt het tot Mels' trage hersens door weer eens
voor het lapje te zijn gehouden door vriend Koen.
Zijn plaaggeest laat hem een paar dagen met rust. Voor een bestelling is de telefoon nog niet één keer gegaan.
Alleen familie en kennissen hebben gebeld.
"Maor daor hedde da ding toch nie veur", overweegt Mels, die al spijt krijgt van zijn voortvarendheid. De enige
winst is de gewonnen vertrouwdheid met het wonder dat telefoon heet. "Nou ja", overweegt hij verder, "veel
klanten hebben immers geen telefoon".
Maar dan opeens rinkelt driftig de telefoonbel!
Inmiddels wat zekerder neemt Mels dus de telefoon van de haak en in zijn beste Nederlands:
"U spreekt met slagerij Mels".
"Met Hotel Corbelijn op de Markt" komt het van de andere kant en Mels denkt "... ha... dus ut help toch...". De
stem gaat verder en geeft een duizelingwekkende bestelling op. Nog nooit heeft Mels een pond vlees aan dit be-
kende Hotel Restaurant kwijt gekund. En dat wilde hij nu juist zo graag. Als zo'n grote dure zaak bij hem vlees
zou kopen, werd dat alras in de stad bekend. Het zou daardoor zijn naam als "goeie slager" vestigen en dat kon
beslist "gegoede" klanten opleveren. Het was ook een van de overwegingen voor het besluit geweest telefoon te
nemen. Een restaurant kreeg op onverwachte momenten toeloop waar de kleine vleesvoorraad in huis niet altijd
op was berekend. Als er al koeling was, behielp men zich met een ijskast met grote ijsblokken. Electrische koeling
was onbekend in die jaren. Trouwens in Tiel was niet eens stroom.

Free download pdf