7. Tot slot
_____
De afgelopen jaren heb ik me door het volgen van deze opleiding sterk ontwikkeld. Mijn manier van
kijken naar de werkelijkheid, of het nu een kunstwerk, een huizenrij of een landschap is, ik kan het
nooit meer op dezelfde manier zien als voor het begin van deze studie. De eerste twee jaar heb ik
vrijuit kunnen experimenteren met alle mogelijke materialen en gereedschappen, zowel in het platte
vlak als ruimtelijk. In het derde en vierde jaar ben ik met horten en stoten gekomen tot een bij mij
horend handschrift en vormtaal. Strak afgewerkt, geometrisch, kleurrijk met veel aandacht voor het
ambacht.
Als ik reflecteer op de inhoud van deze scriptie en daarmee op mijn ontwikkeling van de laatste twee
à drie jaar dan komt er één aspect naar voren: Mijn voorkeur voor strakke geometrische vormen in
heldere composities en de (door mij zo ervaren) tegenpool, uitbundige kleurrijke frivole installaties
met grappige oramenten en materialen die niet direct voor de hand liggen.
Het is een innerlijke discussie die niet tot uitsluitsel leidt. Ik zie een ontwikkeling voor me waarin
strak en streng elkaar afwisselen met frivole bouwsels, staand, hangend in de ruimte en aan de
wanden. Combinaties van ruimtelijk werk en van muurschilderingen, tekeningen en prints die samen
een “landschap” in de ruimte vormen en waarin de strakke geometrische vormen weerkerend
herkenbaar blijven.
Mijn ontwikkeling gaat door. Ik ben vol verwachting en plannen.
PvZ