21 AUGUSTUS 2019 33
een persoonlijk pedagogisch project om uit te leggen dat de
N-VA een partij is waarmee te praten valt. Ik ben het met
bepaalde van haar voorstellen niet eens, en je kunt je vragen
stellen bij het provocatieve discours van iemand als Theo Fran-
cken, maar de N-VA is een democratische partij waarmee je
kan samenwerken. Door die lange gesprekken met het Vlaams
Belang is het voor Franstalige partijen echter nóg moeilijker
geworden om met de N-VA te spreken.
Waarom ligt dat in Wallonië zo moeilijk? Per slot van reke-
ning heeft de N-VA het Vlaams Belang niet opgenomen in
de coalitiegesprekken.
DESTATTE: Het Vlaams Belang is een fascistische partij. Dat
zeg ik niet als belediging, maar dat is gebaseerd op de modellen
van fascisme-experts als Zeev Sternhell. Nu het Vlaams Belang
economisch een linkse koers vaart, beantwoordt het nog meer
aan die classificatie. Er is nu al een enorme terughoudendheid
om met de N-VA te spreken. Die wekenlange gesprekken doen
de afkeer enkel toenemen. Ik kan me voorstellen dat Wallonië
zelf de splitsing zou aanvragen als het Vlaams Belang in 2024
de grootste partij wordt. De geschiedenis leert dat principes de
Walen wel degelijk in beweging kunnen brengen.
Heeft de Zweedse coalitie Wallonië veranderd?
DESTATTE: Het heeft de MR in zekere zin verdacht gemaakt,
omdat ze als enige Franstalige partij met de N-VA is gaan pra-
ten. Ik heb niet de indruk dat het federale regeerbeleid het
grote publiek heeft overtuigd. Verschillende dossiers vielen
moeilijk in Wallonië, zoals de wet op de woonst-
betredingen. Daarnaast kun je alleen vaststellen
dat de armoede in Wallonië toegenomen is, en
dat veel werklozen nu een leefloon hebben in
plaats van een uitkering, al kwam dat vooral
door het beleid van de regering-Di Rupo. En er is
natuurlijk het debat over het confederalisme dat
al jaren de verhoudingen met de Vlaamse par-
tijen vergiftigt.
U bent nochtans overtuigd. ‘Het confedera-
lisme is geen probleem, maar een oplossing’,
schreef u onlangs op uw blog.
DESTATTE: Ik snap echt niet waar de Waalse paniek vandaan
komt. Er zijn confederale systemen met meer solidariteit dan
bepaalde federale systemen. Marc Uyttendaele (professor
grondwettelijk recht en echtgenoot van PS-kopstuk Laurette Onke-
linx, nvdr.) noemde het Belgische federalisme in zijn doctoraat
al een systeem dat neigt naar een confederatie. (maakt zich
boos) Maar telkens als men in Vlaanderen over confederalisme
begint, schieten we in een soort pavloviaanse reflex om het te
veroordelen. We spreken niet eens over het project dat De
Wever voorstelt. Als de Franstaligen de moeite zouden nemen
om zijn stukken te lezen, zouden ze nochtans aangenaam ver-
rast zijn.
Wat zijn die aangename verrassingen voor u?
DESTATTE: Ik vind het interessant dat het systeem dat De
Wever voorstelt de regionale regeringen activeert om samen te
zitten. Het idee om een federale regering samen te stellen uit
een vertegenwoordiging van de regionale regeringen lijkt me
een goede manier om de regio’s tot overleg te dwingen. Zelf
pleit ik al jaren voor een systeem van vier regio’s: Vlaanderen,
Wallonië, Brussel en de Duitstalige gemeenschap. Ik zou de
Franse gemeenschap gewoon afschaffen en alles op gewestelijk
niveau brengen. De voornaamste uitdaging daarbij is Brussel.
Vlaanderen zou ook een nieuwe hoofdstad moeten zoeken,
maar dat kan geen probleem zijn. (glimlacht) Ik vermoed dat
De Wever er niets op tegen zou hebben om van Antwerpen de
hoofdstad van Vlaanderen te maken.
Toen de regering-Michel aantrad, zei De Wever dat een
regering zonder PS al een staatshervorming op zich was.
Had hij gelijk?
DESTATTE: Weet u, er is meer dan één PS. Er is een PS die
bang is om stemmen te verliezen aan de PTB en de linkerflank
probeert af te dekken. Dat is de PS van Paul Magnette, die
inspiratie vindt in het linkse populisme van denkers als Chan-
tal Mouffe. En er is de PS van Guy Spitaels, maar ook Elio Di
Rupo, die pragmatisch is en strijdt tegen armoede, maar tege-
lijk beseft dat je meerwaarde moet creëren. Jean-Maurice
Dehousse, van wie ik in de jaren negentig kabinetschef was,
snapte dat maar al te goed: geen winst, geen bedrijven; geen
bedrijven, geen jobs. Het probleem is dat je nooit weet welke
PS je tegenover je hebt.
Begin juli kwamen Ecolo en de PS met hun klaproosnota
naar buiten. Hebt u daar goede ideeën in gelezen?
DESTATTE: Ik vond de dynamiek van openheid interessant, de
wil om met zoveel mogelijk partijen een coalitie te bouwen.
Tegelijk begrijp ik perfect dat heel wat Vlamingen gek worden
van Franstalige partijen die doodleuk voorstellen om het open-
baar vervoer gratis te maken.
Hoe kijkt u naar de dertigurige werkweek die de PS wil rea-
liseren?
DESTATTE: (zucht) We hebben een productiviteitsprobleem in
Wallonië. Zowel qua personeel als qua machines zijn we min-
der productief dan de ons omringende regio’s. Ik ziet niet in
hoe een dertigurige werkweek dat zou oplossen. Het is een
enorm slecht idee. (hoofdschuddend) Toen Frankrijk onder Lio-
nel Jospin de 35-urige werkweek invoerde, noemde de Duitse
kanselier dat een goede maatregel... voor de Duitse economie.
Elke verantwoordelijke Waalse partij moet vandaag zeggen dat
Wallonië er alleen bovenop kan komen als onze bedrijven
competitief zijn.
U vindt dat Waalse politici de bedrijfswereld moeten omar-
men.
DESTATTE: Ja, maar dat doe je niet door geld uit te delen. We
geven veel te veel geld aan bedrijven. Een overheid moet in de
eerste plaats infrastructuur en goed technisch onderwijs voor-
zien. Dat is veel belangrijker dan al die belastingvoordelen of
maatregelen als de notionele intrestaftrek. En Wallonië moet
natuurlijk veel meer investeren in onderzoek en ontwikkeling.
Wordt in Wallonië verstandig geïnvesteerd?
‘Soms denk ik dat het beter
was geweest als Europa er niet was
geweest. Dan was Wallonië verplicht
geweest om zich uit de slag te
trekken.’
➽