Knack - 27.08.2019

(Barré) #1
X X X X X X X X X X 2 0 1 9X X X X X X X X X X 2 0 1 9 79 79

BELGIè


Kinderen van klei
De voornaamste promotor van de stelling
van de relativiteit van ouderschap is de
Amerikaanse psycholoog en geneticus
Robert Plomin, die verbonden is aan het
Instituut voor Psychiatrie, Psychologie
en Neurowetenschappen van het gerepu-
teerde King’s College in Londen. Hij is
vermaard geworden door zijn decennia-
lange studie van het gedrag van twee-
lingen. Met de wetenschappelijke
publicaties die hij daaruit puurde,
belandde hij op plaats 71 in de rangschik-
king van de 100 meest geciteerde psycho-
logen uit de twintigste eeuw. Vorig jaar
vatte hij zijn inzichten – na jarenlang
getalm, want hij wilde heel zeker zijn –
samen in het boek Blueprint: How DNA
Makes Us Who We Are (‘Blauwdruk: Hoe
DNA ons maakt tot wie we zijn’).
Met grootschalige tweelingstudies
proberen Plomin en anderen de invloe-
den van natuur en cultuur, van genen
en opvoeding, van biologie en pedago-
gie uit elkaar te rafelen om hun inbreng
in het menselijke zijn in kaart te bren-
gen. Het zijn ingewikkelde studies,
waarbij de leden van een- en twee-eiige
tweelingen bestudeerd worden in situa-
ties waarin ze samen of apart opgroeien.
Eeneiige tweelingen zijn biologisch
identiek, twee-eiige niet, waardoor je
greep kunt krijgen op de relatieve
impact van genen en omgeving op hoe
mensen opgroeien tot wat ze zijn.
Onlangs lichtte Plomin zijn bevindin-
gen toe in een interview met New Scien-
tist. Zijn voornaamste conclusie
verscheen op het einde van het gesprek:
‘Ik denk dat mijn boek in feite een posi-
tieve boodschap voor ouders brengt. Ze
kunnen opgelucht ademhalen en van hun
kinderen genieten, want in tegenstelling
tot wat ze denken hebben ze geen con-
trole over wat hun kind zal worden. Als
je denkt dat kinderen van klei zijn en je
ze naar hartenlust kunt kneden, vergeet
het! Ik denk dat het beter is dat we
ouders beschouwen als een soort resource
managers wier taak het is na te gaan wat
kinderen graag doen en hen de gelegen-
heid bieden om dat te doen.’
Een belangrijke boodschap
is dus ook dat ouderlijke
opvoeding zelden een onher-
stelbaar negatief effect op
kinderen heeft. De meeste
karakteristieken die Plomin
bestudeerde, bleken voor
ongeveer de helft door

Goed nieuws voor de ouders die zich
constant zorgen maken over de vraag of
ze wel goed bezig zijn met de opvoeding
van hun kinderen. Sommigen krijgen
stress van de angst iets fundamenteel
fouts te doen, waardoor ze de toekomst
van hun kroost in het gedrang zouden
brengen. Ze mogen rustig uitademen:
volgens recent wetenschappelijk onder-
zoek maakt het niet zoveel uit wat ze
doen. Ja, ze kunnen het leven voor hun
kinderen aangenamer maken, en ze kun-
nen hun gedrag wat in de juiste richting
sturen, maar iets wezenlijks veranderen
aan de persoonlijkheid van hun kinde-
ren kunnen ze niet. Als hun kinderen
bij andere ouders zouden opgroeien, is
de kans groot dat ze min of meer
dezelfde mensen zouden worden.
Het zijn inzichten die velen naar
adem doen happen, maar ze worden
gesteund door gedegen wetenschappe-
lijk werk. Zo verscheen in het vakblad
Behavior Genetics een studie waaruit
bleek dat ‘brave kinderen hebben’ geen
grote verdienste is van ouders die syste-
matisch goed gedrag belonen en dus
versterken. Er zit namelijk een belang-
rijke genetische component in. Kinderen
kunnen vanzelf braaf zijn, zonder dat ze
het hoeven te worden. Kinderen erven
van hun ouders een tendens van hoe ze
zich gedragen. Voor een goed begrip:
dat erven is geen alles-determinerend
gegeven. Genen geven iemand
een potentieel om zich op een
bepaalde manier te gedragen,
maar mensen kunnen beslissen
het anders te doen, al dan niet
onder druk van ervaringen of
andere omgevingsomstandig-
heden. ➽


Ouderlijke
opvoeding heeft
zelden een
onherstelbaar
negatief effect
op kinderen.

Free download pdf