Knack - 31.07.2019

(Ben Green) #1
54 31 JULI 2019 — WWW.KNACK.BE

Verder heb ik door de jaren
heen geleerd dat empathie de
belangrijkste eigenschap is
van een arts. Als je niet in
staat bent tot menselijk con-
tact met je patiënt, kun je
nooit een echt goede dokter
worden.
Werkt u nog genoeg met uw
handen? Want u opereert
veel minder dan vroeger.
HOEBEKE: Per week besteed
ik nog anderhalve dag aan
patiëntenzorg, waarvan één
dag in de operatiezaal. Dat
kan ik niet opgeven. Ik ope-
reer heel graag, het zit in me.
Door mijn ervaring heb ik zo
veel vakmanschap dat ik
tevreden kan terugkijken op
wat ik heb gedaan. Dat klinkt
misschien arrogant, maar zo
zie ik het niet. Ik vergelijk het
met een schrijnwerker: hoe
meer tafels hij maakt, hoe
mooier die worden.
Ik ben op een leeftijd geko-
men waarop ik mijn kennis stil-
aan moet overdragen aan
jongere collega’s. Bij ingrepen
die ik duizenden keren heb uit-
gevoerd, zoals bij een hypospa-
die (een afwijking waarbij de
plasbuis niet in het midden van
de eikel uitmondt maar ergens
anders, nvdr), heb ik die over-
dracht al gedaan. Maar afstand
nemen van de zeldzame zaken
is moeilijker, merk ik. Die wil ik
zelf blijven doen.
U behandelt de intiemste
delen van de mens. Zijn er

soms ingrepen die aan uw
geweten knagen?
HOEBEKE: Nee, want dat
impliceert dat ik me schuldig
zou voelen – en dat doe ik
niet. Maar bij sommige zaken
heb ik wel een ongemakkelij-
ker gevoel dan vroeger. Zo is
er wereldwijd een medische
consensus dat we transseksu-
ele jongeren zo vroeg moge-
lijk moeten behandelen. Ik
volg die consensus ook. Maar
als we met hormonen de
puberteit blokkeren bij jonge
transvrouwen – pubers die
het lichaam van een jongen
hebben maar zich vrouw voe-
len – ontwikkelen zij een
kleine piemel. En omdat de
vagina later wordt gemaakt
van de huid van de piemel, is
die vaak niet diep genoeg
wegens een tekort aan huid.
Je kunt dan allerlei technie-
ken gebruiken om die vagina
toch dieper te maken, maar
we weten eigenlijk niet wat
de effecten daarvan zijn op
lange termijn.
Daarnaast stel ik me steeds
meer de vraag of wij wel het
recht hebben om in te grijpen
in lichamen waar de eigenaar
niets over te zeggen heeft. De
zogenoemde intersekse kinde-
ren, die kenmerken hebben
van beide geslachten, ope-
reerden we vroeger bijna
automatisch als de ouders dat
wilden. Maar wat met het
recht op integriteit van je
lichaam?
Ik zal een voor-
beeld geven. Een
jonge vrouw van
vooraan in de twin-
tig die nooit toegang
had gehad tot haar
vagina maar daar als
kind niet aan geope-
reerd was, kwam bij
mij omdat ze haar
vagina toegankelijk
wilde laten maken.
Ze had ook een sterk
vergrote clitoris,
maar ze wilde niet
dat daar iets aan ver-
anderd werd. Twin-

tig jaar geleden verkleinden
we zo’n clitoris vlak na de
geboorte bijna automatisch,
en nu zei die vrouw me: ‘Het
hoort bij mijn lichaam, ik wil
niet dat erin gesneden wordt.’
Heel confronterend.
Ik denk dus dat wij zo wei-
nig mogelijk aan genitaliën
moeten komen bij kinderen
die daar niet over kunnen
meebeslissen. Tenminste, als
het niet over medische proble-
men gaat. Ik denk niet dat een
jongetje het erg vindt als we
hem hebben verlost van zijn
hypospadie.
Die jonge vrouw is dus
echt een eyeopener geweest
voor mij. De maatschappij – of
toch een deel daarvan – is veel
ontvankelijker geworden
voor genderfluïditeit. Die
tweedeling tussen man en
vrouw is voor een stuk aan
het verdwijnen.
En die maatschappelijke
evolutie uit zich ook in uw
operatiekamer?
HOEBEKE: Precies. Bij
patiënten en bij artsen. Moest
je vroeger man óf vrouw zijn,
dan is er gelukkig ruimte
gekomen voor variaties
daarop. Kijk naar mij: ik ben
een biologische man, mijn
gender is mannelijk, ik vervul
ook een mannelijke genderrol,
maar ik ben wel homoseksu-
eel. Al die mogelijke variaties
in geslacht, gender, genderrol
en seksuele voorkeur leiden
tot een rijk palet aan mensen,
die allemaal het recht hebben
om te bestaan.
Toch zijn er zaken die me
ongerust maken. Dat ze in
sommige landen aan holebi- of
abortusrechten beginnen te
peuteren, bijvoorbeeld. Of
wanneer ik politici als Dries
Van Langenhove en Thierry
Baudet hoor vertellen dat
masturberen slecht is. Wat
een onzin. Masturberen is
heel natuurlijk en hoort bij de
seksuele ontwikkeling van
een individu. Dogma’s die
vroeger door de kerk werden
opgelegd, vinden nu opnieuw

ingang via jonge, afgebor-
stelde alfamannen met een
witte pochet in hun borstzak.
Dat is geen goede zaak.
Houdt een arts zijn eigen
lichaam maniakaal in de
gaten?
HOEBEKE: Ik in elk geval
niet. Mijn BMI is nog in orde,
maar ik zou wat minder
mogen wegen. Ik ben nogal
een bourgondiër. Lekker eten,
een goed glas wijn erbij: heer-
lijk. Ik fiets wel tamelijk veel


  • toch zo’n 60 kilometer per
    week – en minstens een keer
    per week doe ik ook een sessie
    op de crosstrainer die hier
    thuis in mijn bureau staat.
    Verder eet ik veel minder
    vlees dan vroeger en las ik
    elke week een aantal alcohol-
    vrije dagen in. Ik probeer dus
    wel zorg te dragen voor mijn
    lichaam. Maar het zou beter
    mogen.
    Met uw operaties geeft u
    mensen vaak een ander
    leven. Hebt u zelf al ooit
    iets als een metamorfose
    ervaren?
    HOEBEKE: Het eerste waar ik
    nu aan denk, is het moment
    waarop ik zeker wist dat ik
    homoseksueel was. Ik was
    drieëntwintig, in die tijd was
    het nog niet zo vanzelfspre-
    kend om daarvoor uit te
    komen.
    (denkt na) En er is nog iets.
    Het is stilaan tijd om het in
    het openbaar te zeggen: ik


PIET HOEBEKE

➜ 57 jaar, woont in Gent
➜ Uroloog aan het UZ Gent
➜ Decaan van de faculteit
Geneeskunde en Gezondheids-
wetenschappen van de UGent
➜ Werd internationaal bekend
door onder meer zijn aanpak
van bedplassen en zijn technie-
ken voor penisreconstructie
➜ Nam in 2015 deel aan het
tv-programma Topdokters
➜ Schreef onlangs het boek
De penis: weetjes en kneepjes
voor dagelijks gebruik

‘Dogma’s over


seksualiteit die


vroeger door de kerk


werden opgelegd,


vinden nu opnieuw


ingang via jonge,


afgeborstelde alfa­


mannen zoals Dries


Van Langenhove.’

Free download pdf