aanvoelt. Daarnaast ben je je ervan bewust dat het invloed heeft hoe andere
mensen je zien. Hoe zit het nu in beide gevallen: kies je het echt voor jezelf of
om indruk te maken op anderen? En als je écht helemaal eerlijk bent: wat was je
eerste motivatie? Omdat dat zo lastig is om te bepalen, is het ook zo lastig om
het inzicht toe te passen dat – wanneer het om geluk gaat – intrinsieke motivatie
beter is dan extrinsieke. Lastig, maar niet onmogelijk.
Want psychologen hebben ontdekt dat we in het algemeen eerder iets
materieels kopen om extrinsieke redenen, en eerder iets doen om intrinsiek
plezier. Ergo: als je gelukkiger wilt zijn, bespaar je dan gewoon al dat
ingewikkelde denkwerk en kies in plaats daarvan voor belevingen.
Dit inzicht over motivatie is ook handig in het licht van de impact die
Facebook heeft op het experiëntialisme. Je kent ze wel, die foto’s van je
vrienden die ontbijten in Nice of een cocktail drinken op Ibiza. Het lijkt wel
alsof sommige mensen zoveel tijd kwijt zijn aan het posten van updates dat ze
dat niet zozeer doen omdat ze zo genieten van de beleving, maar eerder omdat
iedereen dan weet waar ze mee bezig zijn. Dat soort extrinsieke motivatie zou –
in theorie – betekenen dat die activiteiten minder snel leiden tot geluk.
Maar het maakt eigenlijk helemaal niet uit of je uitgangspunt is dat je
iedereen wilt vertellen wat je doet, want bij elke beleving krijg je gratis een
bonus van gezond, blij welbevinden. Het brengt je nog steeds dichter bij andere
mensen. De beleving zal je nog steeds in een gevoel van ‘flow’ brengen. Zelfs
als je uitgangspunt was dat je wilde opscheppen, zul je nog steeds eerder
gelukkig zijn als je kiest voor belevingen.
Als je dit alles dus in overweging neemt, dan denk ik niet dat je je veel
zorgen hoeft te maken over de impact die social media kunnen hebben op je
statusstress. Als je geluk belangrijk voor je is, dan zou je experiëntialist moeten
zijn. Experiëntialisme is beter voor jou. Is het beter voor iedereen?
Waarom experiëntialisme beter is – voor iedereen
Er zijn dus allerlei bewijzen die aantonen dat doen je gelukkiger maakt dan
hebben. Als je daarbij ook stilstaat bij de problemen die het gevolg zijn van een
overmaat aan spullen, dan begrijp je meteen waarom experiëntialisme ook beter
is voor ieder ander. Je zult ook zien dat de aantrekkingskracht ervan
waarschijnlijk verder gaat dan een paar baanbrekende hippies met
rekenmachines en ook de meerderheid zal bereiken van de mensen in de rijke, op
dit moment materialistische wereld.