brengen. De belevingen van een doorsnee iemand zijn even valide als die van
een popster. Het leven van een doorsnee persoon is misschien niet zo opvallend,
wervelend of gedramatiseerd met stadions vol mensen, maar vanuit een
experiëntieel standpunt bekeken telt het evenzeer mee. Immers, het leidt net zo
waarschijnlijk tot geluk, en misschien is het zelfs wel véél meer de moeite
waard.
Dus het doet er niet toe of je rijk bent of arm, of ergens er tussenin. Het
maakt niet uit of je een experiëntialist bent voor de planeet, voor jezelf, voor de
maatschappij, om kijk-mij-nou-foto’s te posten op Facebook of om iets slims te
kunnen tweeten. Ik denk dat je je bij de experiëntialistische beweging moet
aansluiten omdat het beter is voor jou, voor mij en voor ons allemaal.
Maar zal experiëntialisme ons helpen ontspullen?^11
In de vroege jaren zeventig van de vorige eeuw waren ingenieurs van de
belangrijkste technologische concerns druk met het uitvinden van een
opzienbarend nieuw systeem: een machine waarmee mensen voor het eerst
programma’s konden opnemen van tv, om ze later terug te kijken als het hen
uitkwam. Dat klinkt niet zo verbluffend vanuit onze 21e-eeuwse positie, in een
tijdperk waarin we livetelevisie kunnen stilzetten en het niet alleen kunnen
bekijken wanneer het ons uitkomt, maar ook nog eens op een apparaat naar
keuze. Maar in die tijd was het revolutionair, en het leidde tot oorlog.
Het Japanse Sony loste de eerste belangrijke schoten door de lancering in
1975 van Betamax. Rivaal JVC antwoordde in 1976 met een format dat VHS
werd genoemd. In eerste instantie verliep de slag ten gunste van Sony. Nadat het
in 1975 de volle honderd procent van de lucratieve Amerikaanse markt had
binnengehaald, bleef dit concern een aantal jaren marktleider. Dat moest
eigenlijk ook wel, want Betamax was beter. Het gaf beelden met een hogere
resolutie dan VHS, het beeld was stabieler en de geluidskwaliteit was beter.
Maar de oorlog om de thuisrecorder woedde voort, en Betamax’ dominante
positie begon scheurtjes te vertonen. Tegen 1981 had Betamax nog maar 25
procent van de VS-markt in handen. In 1988, toen het tijdschrift Rolling Stone
verklaarde dat de slag was geleverd, bezat VHS 95 procent van de markt.
Zakenmensen zijn jarenlang bezig geweest met analyseren waarom VHS
Betamax heeft verslagen. Ze noteerden factoren als de prijs ervan, opnametijd,
verspreiding en marketingtactieken. Maar wát uiteindelijk de redenen ook
waren: het punt dat door dit verhaal wordt onderstreept, is voor mij veel