kunnen doen, met iemand af kunnen spreken of kunnen weten hoe laat we op het
vliegveld moeten zijn? Boodschappenlijstjes, vertrektijden en geplande
ontmoetingen zijn, als je er goed bij stilstaat, niets anders dan statements over de
toekomst. Het zijn voorspellingen over wat je gaat eten, wanneer je vliegtuig
vertrekt en hoe laat je vriend aankomt.
Dus echt, je moet niet denken dat die prognoses tot in de perfectie kloppen –
net zo min als vrienden en vliegtuigen altijd op tijd zouden zijn. Je kunt die
voorspellingen dan ook beter niet beschouwen als feiten, maar ze in dezelfde
categorie indelen als vertrekstaten, planningen, modellen en kaarten. Een goede
prognose zou ons voldoende informatie moeten geven over de toekomst om er
een planning op te kunnen maken, net als een goed in elkaar stekend model of
een nauwkeurige plattegrond. Misschien komt niet elk detail aan bod – elk
vergezicht, elke file, elke hobbel in de weg – maar die kaart vertelt ons wel
wanneer we links of rechts moeten afslaan, geeft ons een idee van hoe we op de
bestemming komen en schetst hoe het eruitziet als we daar aankomen.
De beste manier om een kaart te tekenen van iets wat zo onmogelijk waar te
nemen is als de toekomst, is door twee zaken die wél waarneembaar zijn tot in
detail te kennen: het heden en het verleden. Het kennen van het verleden kan op
twee manieren van pas komen. De meest voor de hand liggende manier is het
kennen van een langdurige trend die jaren geleden al is ingezet en die, gezien
bepaalde omstandigheden, in de toekomst waarschijnlijk zal doorzetten. Hierbij
kun je bijvoorbeeld denken aan de opkomst van de Chinese economie, of aan de
groeiende acceptatie van homoseksuelen in de maatschappij. Die veranderingen
gaan niet vloeiend. Ze passen niet altijd in handige grafiekjes. Vaak worden de
signalen ook enigszins verstoord. Soms groeit de Chinese economie ineens heel
snel, en op andere momenten stagneert die. Af en toe worden met lokale wetten
grote stappen gezet naar tolerantie of intolerantie en veranderen de rechten van
homoseksuele mensen ineens. Maar altijd is duidelijk dat dit langetermijntrends
zijn uit het verleden die in de toekomst waarschijnlijk zullen doorzetten.
De tweede manier waarop het verleden kan helpen is doordat het verleden
laat zien hoe de wereld in elkaar steekt. Daarmee doen bijvoorbeeld
weervoorspellers, elektriciteitsbedrijven en bevolkingsdeskundigen hun
voorspellingen. Ze observeren en analyseren een reeks omstandigheden uit het
verleden en bekijken tot welke uitkomsten die leiden. Met behulp van die
inzichten maken ze modellen die beschrijven hoe de wereld werkt en hoe
veranderingen zich voltrekken. Dan verwerken ze de informatie over het heden
in die modellen, berekenen ze hoeveel mensen er zullen zijn, hoeveel