PAASVEETENTOONSTELLING
Veertien dagen voor Paasmaandag was er in Tiel sinds jaar en dag Paasveetentoonstelling, georganiseerd door
de Gelders-Overijsselsche Maatschappij van Landbouw afdeling Tiel/Drumpt. In januari van 1936 ging dat opeens
niet door op gezag van voorzitter H.A. v. Beuningen van Thedingsweert, wiens woord onder de boeren wet was.
Hij had een schitterende modelboerderij daar die prima rendeerde. Beter dan bij de wat conservatievere traditio-
nele boeren in de omtrek. Van Beuningen was zoon van kolenbaron Van Beuningen uit Rotterdam (Steenkolen
Handels Vereniging). Dat zijn goed beheerd landbouwbedrijf betere resultaten behaalde was niet zo'n wonder. Alle
nieuwe vindingen op teelt-, fok- en ander gebied werden uitgeprobeerd en toegepast. Buitenstaanders hebben vaak
een betere kijk op iets dan sleurvaste insiders. Rijke mensen zijn niet voor niets zo rijk, want ze hebben, als ze
uit handelskringen komen, geleerd hun hersens te gebruiken zodat ze eerder dan anderen winst ruiken.
Midden dertig ging het volkomen fout met de landbouw en in 1933 kwam de Landbouw Crisis Wetgeving tot
stand die voorzag in steun aan de graanteelt en de melkveehouderij. Opeens was graanteelt zeer lonend als het
op grote schaal ging zoals in Groningen en de Wieringermeerpolder. In elk geval was bereikt dat weer een bodem
in de markt was gelegd voor prijzen van graan en melk. Van Beuningen greep die kans en legde zich helemaal toe
op graan en melk en verwaarloosde de veemesterij-poot. In 1936 hadden hij en zijn vriend Hanken uit de Wilhel-
minapolder in Zeeland daarom géén Paasvee. Omdat zij beiden grote inzenders en prijswinnaars waren in Tiel
besliste hij op eigen houtje dat de tentoonstelling niet doorging. Over feodaal gesproken.
Zo gebeurde het dat ik met Johan de Jongh op de tentoonstelling in Elst (OB) aan de ene kant van de kampi-
oensos stond en Koos Verstegen aan de andere kant. Koos en Johan waren op dat moment een beetje kwaaie
vrienden, terwijl ik met beiden zeer goed bevriend was. Alle twee waren zij belangrijke kopers van Paasvee op de
tentoonstelling in Tiel en het beviel hun in het geheel niet dat deze dit jaar niet doorging. De vijandschap (?) was
op slag vergeten en op de rug van de dure kampioen werd de dure eed gezworen dat komend jaar bij ons de
tentoonstelling in groter glorie zou herrijzen. Als onbedachtzaam jonge man, nog bij Pa in de zaak, zwoer ik dus
mee... terwijl ik wist (zie elders) dat Pa helemaal geen voorstander van zoiets was. Afgezien daarvan... ik wist
niet waar ik aan begon... en een eed moet je nakomen!
De Tielse Slagerspatroonsvereniging vond het een puik idee, maar geld voor een startsubsidie was er niet bij.
Daar zag niemand brood in en... In Elst hadden we aan centjes niet eens gedacht. Het ging zeker wel om de voor
die tijd grote som van meer dan ƒ 2000. Elke rubriek vergde minstens ƒ 50 prijzengeld, om van medailles en
bekers niet te spreken of de organisatiekosten. Elders was ook weinig steun te vinden. Zeker, iedereen vond het
een pracht idee, maar daar kom je niet mee verder.
Plots kregen we het lumineuze idee om de Maandagse Markt weer wat op te krikken. De belangstelling daarvoor
was kwijnend. De oorzaak die structureel was hadden toentertijd nog weinigen herkend. Dus verpakten we de
Paasveetentoonstelling keurig in een Comité tot bevordering van het Marktwezen in Tiel. Een schot in de roos.
Een algemeen stadsbelang. Daar was iedereen voor "in" tot de landbouworganisaties uit de verre omtrek toe. In