met sal manassen achterom kijken

(arcana studio) #1

DE ADVERTENTIE


Het zou jammer zijn om het verhaal dat in dezelfde Paastijd voorviel niet te vertellen. Het speelt zich af in 1932
of 1933. Hoofdpersoon Jan Pitlo heeft recht tegenover Van Keulen zijn slagerij in de Hoogeindsestraat. Hoewel
zijn omzet niet kan tippen aan die van zijn buurman, doet hij het financieel gezien heel wat beter. Natuurlijk is
hij er niet afkerig van om een drukke zaak te hebben, maar een redelijke winst om behoorlijk te leven gaat toch
voor hem boven alles.
Als midden dertiger is hij opvolger in zijn vaders slagerij. Een ietwat deftig soort middenstander. Een "heer"
onder de slagers van toen. Ook beter ontwikkeld met meer schoolkennis. Hij zou door de jaren heen steeds de een
of andere administratieve functie in de Tielse slagersorganisatie spelen. Een zorgvuldige penningmeester van het
Onderlinge Waarborgfonds en verzekeringsfonds van de Tielse Slagerspatroonsvereniging, waarin ze hun vee
verzekerden.
Wie hem goed kende mocht hem, maar uiterlijk was hij stug, trots-onvriendelijk. Had hij de pest aan iemand,
dan was het met hem kwaad kersen eten. Iemand de mantel uitvegen kon hij als de beste, net als iemand op de
kast jagen. Scherp sarcastisch kon hij uit de hoek komen en onder slagersjongens had hij de bijnaam "Jantje bah".
Van Keulen was zijn grootste vijand, wat een wonder, zo'n grote concurrent tegenover de deur... 't Was water
en vuur. Ook in deze jaren was hij geslagen kwaaie vrienden met zijn vroegere slachtmaat Verstegen. Onvriende-
lijke blikken en smalende opmerkingen golden jongere collega's, die het ondanks een kortere zelfstandigheid een
eind hadden gebracht. Hannes (Johan) de Jongh was er een van.
Ergens eerder heb ik gewezen op de gewoonte samen te slachten. Bij kleine omzetten gaf dat voordelen. Er kon
vaker geslacht worden, zodat er vaker vers vlees was. Het risico van te dure levende inkoop werd beter gespreid
en zo waren er meer voordelen. De komst van goede elektrische koeling en later de komst van het Openbare
Slachthuis in Tiel met grote koelcellen maakte dit samen slachten overbodig. Iedereen dopte toen zijn eigen boon-
tjes. Oude vriendschapsbanden bleven bestaan.
Nu we de acteurs kennen begint het verhaal.
De hele komedie vangt op de maandagmorgen van de Paasweek aan op het terrein van het pas geopende Open-
bare Slachthuis. In de ene hoek heeft Ome Hannus zijn pracht koppel kampioensrunderen, varkens en vet kalf
staan, in een andere heeft Dirk Verstegen & Zoon (Koos) iets dergelijks opgesteld en weer op een andere plaats
laat Hannes de Jongh zien wat hij voor fraais en duurs op de kop heeft getikt. Voor kenners een pracht gezicht
al die glanzende mooi opgepoetste dieren van werkelijk excellente kwaliteit. Het in nieuwe schone witte jassen
gestoken personeel van de betreffende slagers houdt trots de touwen van de halsters der runderen vast.
Verslaggevers van de drie (jawel) plaatselijke kranten -zeg maar krantjes- lopen mekaar bijna ondersteboven
om met de eigenaren te praten. Swanenberg en Campagne (beiden met de onafscheidelijke sigaar in de mond)
zoeken plaatsjes om hun (toen nog vervaarlijke) camera's op te stellen. Ze kruipen onder het zwarte doek en er
weer onderuit. Alles moet op de foto voor de grote advertenties.
Het hele spul, de hele vertoning, werd gecompleteerd door de twintig andere slagers en hun knechts er omheen.
Ondanks zichzelf waren ze toch een tikje jaloers en bewonderden met een zuurzoet lachje al het moois van deze
Free download pdf