met sal manassen achterom kijken

(arcana studio) #1

ZWARE CONCURRENTIE


Zoals een onweer plotseling uit donkere wolken aan een eerst heldere zomerhemel kan losbarsten, zo barstte
enkele malen een hevige onderlinge concurrentiestrijd tussen de Tielse slagers los. Voor een goed begrip daarvan
moet men echter eerst iets over de voorgaande tijd weten.
In het begin van de jaren '20 had de economie in ons land zich hersteld van de Eerste Wereldoorlog. Handel en
industrie draaiden op volle toeren. Het leek voorbij te zijn met de vreselijk lage lonen. Arbeiders gingen wat meer
verdienen dan nodig was voor een naakt bestaan. De hele middenstand van winkels e.d. profiteerde ervan. Slagers
ook. In plaats van vet en spek, waar arbeiders zich in hoofdzaak mee tevreden moesten stellen in de slechte
vooroorlogse jaren, was er nu wat geld beschikbaar voor een lapje vlees of karbonaadje.
Die ruimere omloop van geld was eveneens in andere winkels goed merkbaar. Het besteedbare inkomen was
verruimd. Alle soorten fabrieken waren volop in bedrijf en hadden personeel nodig. Wat weer tot hogere lonen
leidde.
Bij ons in Tiel waren het in de eerste plaats de twee grote fabrieken Daalderop en De Betuwe die hal na hal
lieten bijbouwen om de sterk vergrote vraag naar hun producten bij te kunnen houden. Daarnaast kwamen er in
snel tempo nieuwe bedrijven bij. Rio kwam vanuit het Westen, omdat Tiel in ons land bekend stond als metaalstad
waar geschoold personeel aanwezig was. METAWA werd opgericht en nog meer kleine metaalwarenbedrijven.
Zienderogen knapten de middenstanders hun winkels op. De nieuwe tijd stelde andere eisen. Winkels werden
aangepast door verbouwing en modernere inrichting. Filiaalbedrijven vestigden zich in de binnenstad: Vroom &
Dreesmann, de Gruyter en soortgenoten. Het bevorderde de onderlinge concurrentie en joeg vroegere gezapigheid
op de vlucht. Winkeliers die dit vernieuwingstempo niet bij konden houden gingen over de kop of, indien er geen
opvolgers uit eigen kring waren, jonge ondernemender mensen namen de zaak over. De jaren '20 waren jaren van
economische opbloei in het hele land en onze stad werd fleuriger, gezelliger en levendiger.
Theole wist in die jaren zelfs door te dringen in de hoogste voetbalregionen: de 1e klasse van de KNVB. Op het
pas nieuwe voetbalterrein aan de Lingedijk kwamen drommen voetballiefhebbers uit Tiel en ver daarbuiten naar
de verrichtingen met de ronde bal kijken.
Energieke middenstanders richtten met enkele notabelen de VVV op. Ze gingen allerlei grote evenementen or-
ganiseren die sterk de aandacht vestigden op Tiel. In de lente was het Bloesemtijd. Honderden auto's, van allerlei
slag, stroomden door Tiel. Op zondag als het het allerdrukst was vormden zich in de smalle straten files die slechts
stapvoets vooruit kwamen. Rond het middaguur waren Veemarkt, Groenmarkt, Varkensmarkt en het Plein overvol
geparkeerde auto's, waarvan de inzittenden door de straten liepen. Cafés en restaurants zaten mudvol en deden
beste zaken. Zo druk hadden ze het zelfs met kermissen niet gehad. Drommen dagjesmensen in (open) touringcars
reden moeizaam op de smalle wegen en dijken om de mensen een kijkje te gunnen op die kortdurende schitterende
bloesempracht van de talrijke (hoogstam) boomgaarden. De Tielenaren liepen uit om urenlang te staren naar het
voor hen onbekende toeristenverkeer. Handige kooplui pikten een graantje mee van al dat op de been zijnde volk.
In ons jongensbestaan was het een leuke afleiding. Alle jongens kenden op hun duimpje de letters waaraan je
kon zien uit welke provincie een auto kwam. Tot de komst van het huidige systeem van kentekens die bij de auto
Free download pdf