Ontspullen

(pavlina) #1

We hebben allemaal op enig moment in ons leven wel met het openbaar
vervoer gereisd. Wie heeft zich nooit afgevraagd of er geen betere oplossing is?
Maar nadat we erover hebben geklaagd – de hitte, het zweten, de stank, de
viezigheid, de vertragingen en het allerergst: de andere mensen – accepteren de
meeste mensen dat het gewoon bij het leven hoort, dat je er gewoon mee door
moet gaan. Cantwell deed dat niet. Nadat ze eens te vaak met haar neus in de
oksel van een vreemdeling had gestaan, zwoer ze dat het mooi was geweest. Ze
liep niet dezelfde dag nog weg, maar die ochtend was er wel een idee ontstaan.
In de daarop volgende weken en maanden werd haar vluchtplan het enige waar
ze nog aan dacht. Plotseling was ze alle mensen die in het systeem bóven haar
stonden met heel andere ogen gaan bekijken. Eerder was ze jaloers geweest op
hun grotere huizen en duurdere handtassen. Maar nu besefte ze dat al die spullen
hen niet gelukkiger hadden gemaakt. Dus net als Cliff Hodges koos zij ervoor
om belevingen vóór de traditionele, materiële successymbolen te plaatsen. En
dat werkte. Net als Hodges heeft ook Cantwell me vaak verteld dat ze nu veel
gelukkiger is dan daarvoor.


Deze keuze lijkt misschien gemakkelijk als je nog ongebonden bent, net
twintig of dertig jaar oud, met nauwelijks verantwoordelijkheden: dan kun je
zomaar besluiten dat je de boel de boel wilt laten om iets anders te proberen.
Maar wat als je niet jong, vrij en ongebonden bent? Kun je dan nog steeds een
experiëntialist worden?


Een experiëntialistisch gezin^4

Nog niet zolang geleden, op een typische zaterdagochtend, werden Sue en
Bertrand Lenet – beiden net boven de vijftig – wakker in hun drie verdiepingen
tellende victoriaanse huis in Clapham, Londen, en ze vroegen zich hardop af
waar het in het leven eigenlijk om draaide.


Sue en Bertrand zijn een klassiek Engels-Frans stel. Zij is mooi en keurig,
met korte, donkere haren. Ze heeft wel iets van een schooljuf, of misschien van
Margaret Thatcher. Zoals ze praat, met woorden als ‘och hemeltjelief’, lijkt ze
zacht en meegaand, maar intussen is ze wél zo standvastig dat als ze eenmaal
een besluit heeft genomen, je haar daar niet zomaar meer vanaf brengt. Hij komt
uit een gezin met zeven kinderen in Bretagne. Hij heeft kortgeknipte haren,
brede bakkebaarden en ziet eruit zoals je je een soldaat in het
Vreemdelingenlegioen voorstelt. Maar als je even met hem praat, dan herken je
ogenblikkelijk de levensgenieter die houdt van goed eten, lekkere wijn en goed

Free download pdf