materialistische vrienden kunnen opscheppen over hoeveel spullen ze hebben en
hoe geweldig die zijn? Minimalisten doen hetzelfde, alleen dan met hoe weinig
ze hebben.
De Fin Henri Junttila en de Amerikaan Leo Babauta hebben een tijdje
geleefd met slechts 43 spullen. Een vrouw genaamd Nina Yau redde het met 47;
Colin Wright met 51. Het tellen werd allemaal pas echt serieus toen blogger
Dave Bruno de 100 Things Challenge begon. Hij vroeg zijn lezers of zij het
aantal bezittingen konden terugbrengen tot – je raadt het al – honderd.
De obsessie die minimalisten hebben met getallen is wel wat absurd. In
plaats van te pochen over hoeveel spullen ze hebben, scheppen ze juist op over
hoe weinig ze hebben. Dat is hoe ze status verwerven in hun peergroup. Je kunt
het ook zo zeggen: ze rekenen af met overmatig consumeren door juist extreem
te gaan consuminderen. ‘Het heeft iets van een boeddhist die een klooster in rent
en daar zo hard mogelijk roept “Ik ben de nederigste man die ooit heeft
bestaan!”,’ vertrouwde Colin Wright me ooit toe.
Het is gemakkelijk de minimalisten uit te lachen om hun obsessie met
getallen. Maar sta toch eens stil bij die getallen, want er zit wel iets in. Hoeveel
spullen heb jij? Tel alle spullen in je handtas, portemonnee of kledingkast maar
eens.
Wacht even: tel je wel goed? Hoe tel je je sokken – telt elke sok als één, telt
een paar als één of tellen al je sokken als één?
Je ziet dat we nu stuiten op een van de stekeliger problemen van de
minimalistische beweging. Niet iedereen is het er namelijk over eens hoe er
geteld moet worden, en wat telt wanneer je aan het tellen bent. Andere mensen,
andere regels. Zo is er de Regel van Bestendigheid, natuurlijk: bederfelijke
waren tellen dus niet mee. Dan is er de Regel van Afhankelijkheid: de
stroomkabel voor je MacBook telt niet mee. En, cruciaal, de Regel van
Eigendom: als je iets deelt, zoals een meubel waar iedereen op zit, telt het niet
mee. Of telt dat bij jou wel? Sommigen doen dat wel, anderen niet – zoals Dave
Bruno. Zijn honderd spullen omvatten niet de eettafel, de gezinspiano en de
borden die iedereen gebruikt. Sommigen beginnen met de stelling dat ze écht
álles willen tellen, maar als ze eenmaal beseffen hoelang dat duurt, geven ze het
op. Sommigen klinken alsof ze werkelijk alles gaan tellen, maar haken af
wanneer het niet langer bij te houden is.
Hier lees je hoe Joshua Fields Milburn uitlegt hoe hij uitkwam op zijn 288
bezittingen: