Ontspullen

(pavlina) #1

‘Dus anders dan andere mensen die hun spullen tellen, heb ik letterlijk alles
geteld wat ik bezit – dus inclusief dingen als de klok aan de wand, mijn
tandenborstel, fotolijstjes, mijn enige ovenhandschoen, de vuilnisbak onder de
gootsteen, het peper-en-zoutstel, kookgerei en zelfs dat metalen rek in de douche
waar je de shampoo op zet. Ik heb zelfs de spullen meegeteld die anderen niet
tellen – de bank, stoelen, de eettafel en andere meubelstukken – omdat het
“gedeelde spullen” zijn. Ik woon alleen, dus ik moet die dingen wel meetellen.
Ik heb wel wat spullen ondergebracht in groepen (bijvoorbeeld mijn ondergoed,
kleerhangers, eten enzovoort) maar dat heb ik alleen gedaan als dat nodig was
(NB: het enige wat moeilijk was om te groeperen waren mijn boeken. Ik heb niet
heel veel boeken/romans – de meeste heb ik dit jaar weggedaan – maar die paar
boeken die ik nog heb, heb ik gegroepeerd omdat ze allemaal in mijn kleine
koffietafeltje passen. En ik schrijf fictie, dus ik gebruik ze regelmatig als
referentie.).’


Welke getallen kun je nu vertrouwen? Hoeveel spullen heb je nu eigenlijk
echt? Dit tellen heeft eigenlijk iets belachelijks gekregen. En toch is er een
serieus punt: wanneer je eenmaal zelf begint te tellen, welke regels je ook
toepast: die 47, 69 of 100 spullen klinken al snel veel indrukwekkender. Ben je
er klaar voor om nog eens te tellen? Als je denkt dat het op dit moment te veel
inspanning kost, laten we dan eens kijken naar mijn sokkenlade.


Toen ik dit hoofdstuk schreef, hoopte ik dat je mee zou doen en je spullen
zou gaan tellen voordat je verder las. En ik besefte twee dingen. Het eerste is dat
het mij niet uitmaakt. Ik zou ook doorlezen, net zoals jij nu doet. Het tweede is
dat ik, als ik je vraag je spullen te tellen, ik je eigenlijk ook moet vertellen hoe
het tellen mij is vergaan.


Sinds ik besefte hoe belangrijk Ontspullen is en ik onderzoek ging plegen
voor dit boek, heb ik gelezen over en gepraat met ’s werelds boeiendste
‘downsizers’, ‘cross-shifters’, minimalisten en postmaterialisten. Toen ik
ontdekte hoe zij in hun leven meer geluk en betekenis ervaren, ben ik begonnen
in hun voetsporen te treden. Ik heb opgeruimd en weggegooid. Ik ben
opgehouden zo veel te kopen. Ik ben gaan gebruiken wat ik al had. Toen ik ging
tellen bleek ik echter toch nog altijd een flinke sokkenman. Dat schokte mij
misschien wel net zoveel als het jou verbaast.


Ik ben bepaald geen minimalist, dat zul je zo wel zien. Dus wist ik dat het
tellen van alles wat ik bezit een eeuwigheid zou duren. Reden waarom ik
bedacht dat ik maar moest beginnen met sokken. Maar voordat we in mijn

Free download pdf