skriptie kunstacademie NAU 2021

(PetervanZwol) #1

Ik voel me het meest thuis in het ambachtelijk verwerken van hout(producten). Varvin maakt
installaties en assemblages in een veelheid van materialen, glas, staal, kunststof en papier, zet de
installaties als het ware voort door tekeningen op de muren van de ruimte te maken en fotografeert
dit. Daardoor worden het vluchtige composities die weer worden afgebroken, hetgeen minder bij
mijn vormtaal past.


Het werk van José Dávila is boeiend en interessant, maar gaat meer uit van de (on)mogelijkheid van
balans en disbalans. Bovendien wijkt zijn materiaalgebruik (met name steen en glas) nogal af van
mijn werk. Bij Krijn de Koning zijn de gebouwachtige constructies boeiend, maar ligt de nadruk
vooral op het compleet verbouwen en aanpassen van(openbare) ruimten. Datzelfde geldt in zekere
mate ook voor Jan de Cock.


Op grond van deze overwegingen heb ik gekozen voor drie kunstenaars uit de bovenstaande reeks. In
de afzonderlijke bespreking van deze kunstenaars komt dat wat meer gedetailleerd aan bod.


Dat zijn:


Sol Lewitt
Helio Oiticica
Nathalie Du Pasquier

Tijdens je opleiding wordt er voortdurend een beroep op je gedaan om je werk te beschrijven aan de
hand van formele begrippen. “ Wat zien we hier? ” is een gevleugelde uitdrukking en dwingt je om
accuraat en duidelijk weer te geven wat je hebt gemaakt. Vaak is dat lastig en niet zelden moet je
goed nadenken om je boodschap over het voetlicht te krijgen. Bij het bestuderen en vergelijken van
het werk van je te behandelen kunstenaars en de vergelijking met je eigen werk wordt dat nog eens
extra duidelijk.


Daarom ben ik bij deze scriptie begonnen in kaart te brengen welke begrippen nuttig zijn om
kunstwerken te analyseren en te bespreken. Kunstbeschouwing en kunstanalyse dus.

Free download pdf